zaterdag 28 april 2012

Thung Nai: Avonturen op Kokosnoot Eiland

februari 2012

Twee maanden na mijn eerste weekend buiten de stad ging ik nogmaals op pad met (grotendeels) dezelfde groep mensen. Inmiddels zijn we een heuse club - de Vietnam Adventure Club - met een eigen logo en tot de dag van de reis zelf ook een website (juist op die dag trok onze host de stekker uit de service; een nieuwe website is in de maak). 


Ditmaal vertrokken wij naar een plaatsje zo'n 75km (absolute afstand) ten zuid-westen van Hanoi. Het grootste deel van de reis bestond uit snelwegen door vlakke landschappen en stoffige stadjes. Niet erg bijzonder. De laatste 10+ (ruwe schatting) kilometers waren echter fantastisch. Die kilometers werden afgelegd op goed relatief onderhoude wegen die links en rechts slingerend, stijgend en dalend, door de plots stijle bergen liepen. Het eiland waar wij die nacht zouden blijven was namelijk niet altijd een eiland. Enkele decennia geleden was het een heuveltop in een bergachtige riviervallei. In 1994 voltooide men echter de bouw van een enorme dam en waterkrachtcentrale - de grootste in Vietnam - en zodoende liep de boel onderwater. Inmiddels is het dus een toeristenbestemming, maar gelukkig een vrij kalme plek. Hoewel het door sommigen schijnbaar het "Ha Long op het land" wordt genoemd, vind ik het nauwelijks te vergelijken. Ja, ook in Thung Nai vaart men met extreem luidruchtige boten die aan alle kanten roesten en zwarte rook uithoesten, en vormt een grot een belangrijk onderdeel van de touristische route, maar het is in alle opzichten kleinschaliger. De vervuiling is jammer genoeg toch al zichtbaar, in de vorm van hoopjes ronddrijvend afval langs de oevers.

Ook zoals in Ha Long: elke boot draagt de Vietnamese vlag.

Zo rond lunchtijd arriveerden we op 'ons' eiland: Kokosnoot Eiland - waar wij overigens geen enkele kokosnoot gezien hebben; niet op het eiland zelf, en niet op het menu van het gasthuis. Maar we kwamen niet voor het eten. Na een korte lunch gooiden we onze tassen in de slaapzaal - een huis op palen - en klommen weer aan boord van een nieuwe boot voor een tochtje rond de andere eilanden. Bij één ervan meerden we eventjes aan, omdat er een tempel op de top stond, en er rondom de aanmeerplaats een soort van markt was ontstaan (voornamelijk gerookte vis). Niet geheel onverwachts hing er een enorme pislucht rond het pad van de aanmeerplaats tot de tempel. Maar dat terzijde. "Toevallig" (?) was er net op het moment dat wij aankwamen een bijzonder ritueel gaande: een man verkleed als vrouw voerde dansen op en propte zijn mond vol bloemen om even later als een rondtollende fontein bloemblaadjes te spugen. Ook werd er gezongen gedurende dit alles. Jammer genoeg begreep ik natuurlijk geen snars van, en ik moet eerlijk bekennen dat ik verder ook weinig moeite gedaan heb enige informatie te vinden m.b.t. de rituele gebruiken van deze regio. Een volgende keer misschien.

Extreem Krokant
Na enkele minuten rondkijken en foto's nemen werden we al weer teruggeroepen naar onze boot. Maar we gingen niet weg voordat we wat gekocht hadden! Verschillende oude dametjes zaten dichtbij de tempel langs het pad, met zakken en manden vol ruwe specerijen. Daar heb ik toen voor 'n luttele euro een dikke tak kaneel gekocht. Verse kaneel, waarvan ik met mijn zakmes kleine stukjes schors afsneed om op te kauwen. Met kleine stukjes bedoel ik echt klein: enkele vierkante millimeters was genoeg, want als je meer nam brandde het je mond uit. 'T is aardig scherp spul, zo vers van de tak, wil ik maar even zeggen.

Op de rondslingerende troep na, was het best een mooi eilandje.
  
Ingang
Uitgang (zelfde pad)
Volgende bestemming: een zijtak van de rivier, die we stroomopwaarts een tijdje zouden volgen. een klein eind de rivier op werd jammer genoeg duidelijk dat deze veel te vol was en onze 'kapitein' niet met zekerheid kon zeggen waar de oevers normaal gesproken zouden zijn. D.w.z., hij wist niet hoe diep het overal was en wilde niet riskeren dat we vastliepen. Blijf dan gewoon in het midden varen, zou ik zeggen, maar misschien heb ik de hele situatie verkeerd begrepen. Er gaat wel eens iets verloren in de vertaling. Niet getreurd, wij hadden nog een plaats op de route staan: een grot. Een grot die, behalve met kleurrijke verlichting, ook met een aantal Boeddha beelden van Quan Âm (Avalokitesvara) en A Di Đà (Amitabha) van verschillende afmetingen gevuld was. 



Oh, en niet te vergeten; een buste van de alom geliefde Hồ Chí Minh, die dankzij de belichting van onderen enigszins sinister naar alle voorbij komende bezoekers staarde. Veel tijd hadden we niet om daar tot bezinning te komen of überhaupt rond te kijken, want onze boot moest koste wat kost om half zes daar weg zijn. Aangezien we enkele minuten voor half bij de grot kwamen, betekende dat een in-en-eruit'tje. De kapitein had zulke grote haast dat we bijna iemand op de drijvende bamboesteigers hadden achtergelaten. "Hé, is dat -x- niet?" riep iemand plots, even nadat de zware motor begon te brullen. Nét op tijd.

Terug op het verblijf eiland, namen we eindelijk wat rust. Sommigen sliepen, sommigen speelde een spelletje, en sommigen - waaronder ik en mijn huisgenoot - leerden vuile woorden van onze vriendinnen. Wat beledigingen, wat 'straattaal' en een paar eufemismen. Onze dagelijkse communicatie in het Vietnamees is er helaas niet makkelijker op geworden, wel vermakelijker. Wat later op de avond kregen wij een degelijke maaltijd voorgeschoteld, en werd er nog lang gepraat en gedronken. ... En toen geluierd in hangmatten, en meer gedronken, en toen kwam er een kampvuur, en toen 'hints' enzo, en toen werd het laat. Ik zocht mijn deken op en sliep enkele korte doch comfortabele uurtjes, alvorens weer op een boot te stappen richting de parkeerplaats waar wij daags ervoor onze motoren achter hadden gelaten. Tijd om terug te gaan.

donderdag 12 april 2012

Kort nieuws

In den beginne, was er een kalender. Later bedacht iemand dat aangezien het toch gebaseerd was op de maan, men er net zo goed de sterren bij kon betrekken. Als we dan toch bezig zijn, zei iemand toen, laten we dan ook sommige sterren "goed" maken en anderen "slecht". Dan kunnen we mensen geld laten betalen voor een gebedje om hun "slechte" sterren "beter" te maken. Ja, dat doen we! En zo geschiedde het dat ook dit jaar weer duizenden mensen in één niet al te brede straat bijeenkwamen om een monnik een goed woordje te horen doen voor hun ongunstige sterren. Ik kon wederom mijn ogen niet geloven. Van een 8-baanse weg werden er 3 tot 4 volledig in beslag genomen door de mensenmassa, over een lengte van zeker 250m. Dat zorgde uiteraard voor een enorme verkeerschaos, maar daar leek niemand zich druk over te maken. Aan één kant probeerde de politie nog een beetje een grens te trekken om zo een totale opstopping te verkomen, maar op de straat waar de politie niet aanwezig was, parkeerden tig mensen hun scooters langs de vangrails, op de stoep of zelfs op het wegdek om te kunnen luisteren en bidden. Zo'n tien minuten bleef ik verdwaasd luisteren naar het Vietnamese gezang en de gong-geluiden (onderbroken door een constante stroom van aggresief getoeter van auto's, scooters en bussen). Daarna besloot ik dat ik wel lang genoeg in de benauwde groep had gestaan en ging op pad om van alle kanten van het spektakel wat foto's te maken. Zodoende ontdekte ik dat de menigte groter was dan ik aanvankelijk had gedacht. Wat je op de foto hieronder ziet is niet eens in de buurt van de monniken; die stonden om de hoek, verder dan je hier kunt zien. Wij waren op zich nog vroeg gekomen. Later op de avond stond ook het viaduct (rechtsboven op de foto) vol met mensen. Op een voetgangersbrug - een eindje lopen van het centrale gebeuren - kreeg ik een mooi overzicht van hoe chaotisch het wel niet was. En tevens een leuk plaatje van de verkeersstroom (aan de kant van de weg waar nog wel gereden kon worden).

zover je kunt kijken; alleen maar mensen, schouder aan schouder

Een kort semi-verplicht woord over Valentijnsdag: oninteressant. Mijn vriendin moest de hele dag werken, ik van 's middags tot 's avonds en bovendien moest ik vrij vroeg gaan slapen omdat ik de volgende dag al weer om zes uur 's ochtends naar mijn werk moest. Wel met z'n tweetjes gegeten en cadeau's uitgewisseld. Bloemen voor haar, een blik bier en een doos bonbons voor mij.
Ook deze maand was ik weer te gast bij een huwelijk. Voor het eerst was echter een huwelijk van iemand die ik daadwerkelijk kende! Xuan, een goede vriendin van me uit Japan, ging trouwen. Jammer genoeg wel net op die ene dag in de week dat ik van 's ochtends tot 's avonds werken moet, en op een locatie ver van de universiteit vandaan. Maar - geluk bij een ongeluk - de korte plechtigheid en daarop volgende receptie begon om 11:30; exact het begin van mijn lunchpauze. Voor deze ene keer besloot ik dat mijn studenten een wat langere pauze verdient hadden, en vertrok dus wat eerder.
Ik heb het geven van de ringen kunnen zien, ik heb het bruidspaar een hand gegeven en heb eventjes wat gegeten, toen moest ik mij terug haasten.

zwart-wit feestje
Verder wat standaard sociale gelegenheden: met mensen die ik niet of nauwelijks kende naar karaoke plekken waar ze slechts een handvol standaard Engelse nummers hebben. Of erger; plekken waar ze wel een lijst hebben met Engelse nummers, maar als je dan 20+ titels opschrijft, slechts 2 liedjes krijgt. Dat betekent dat ik dus urenlang luister naar hoe onbekenden iets aan het zingen zijn in een taal die ik niet begrijp. Supergezellig dus, totdat de batterij van mijn iPod het begaf. Blijft gelukkig altijd wel grappig om te zien hoe ze voor sommige buitenlandse liedjes (of anderen waarvoor geen rechten betaald zijn) bizarre clips gebruiken. Soms simpelweg video's van budgetloze wannabe producenten die de meest willekeurige dingen op straat filmen, soms zijn het clips van andere artiesten (live Madonna optreden onder 'Tears in heaven', bijvoorbeeld), en soms zijn het trailers of cut-scenes van Chinese video games.
Februari had ook wel een paar interessante dagen, maar dat is weer een verhaal apart.

vrijdag 6 april 2012

Nog een nieuwjaar

Januari 2012, Hanoi
Januari... het begin van het nieuwe jaar.Twee maal. Hier in Vietnam loopt naast de voor ons bekende Gregoriaanse kalender namelijk nog een andere: de maankalender. En die kwam op 22 januari (onze kalender) tot een eind. We zeggen tijdelijk vaarwel aan alle konijnen en katten* en verwelkomen de draken. Dat was weliswaar bijna aan het eind van de maand, maar ik heb in januari nu eenmaal bijzonder weinig uitgevoerd. Zo'n beetje alles draaide deze maand om Tết; het Vietnamese nieuwjaar. Het is, volgens alle Vietnamezen die ik gesproken heb, het belangrijkste feest van het hele jaar. Dat bleek o.a. wel uit de twee weken vakantie die de school mij gaf. Onbetaald natuurlijk, maar toch wel aardig, vergeleken met die enkele dag dat ik vrij kreeg voor het westers nieuwjaar (en geen vrij met kerst). Bijna iedereen keert rond deze tijd van het jaar terug naar zijn of haar ouderlijk huis, of het huis van het oudste familielid (aan vader's kant, uiteraard) waar de hele familie bijeenkomt. Er wordt veel gegeten, veel gedronken, en veel gebeden. Tempels barsten uit hun voegen van de mensen die er wierook op willen steken. Maar daarover allemaal later meer.

*(de meeste Aziatische landen hebben een dierenriem waarin een konijn voorkomt, maar in Vietnam heeft men in plaats daarvan een kat.)

Lang leve De Partij! (en oh ja, gelukkig nieuwjaar!)

De hele sfeer in de stad veranderde tijdens Tết. Een week of twee voor nieuwjaar verschenen er overal langs de kant van de weg boompjes: mandarijnboompjes (of soms heuse -bomen), perzikboompjes met roze bloesem en perzikboompjes met gele bloesem. Het voelt een beetje als het halen van kerstbomen; iedereen neemt hier een nieuwjaarsboom. Het merendeel van de mensen neemt een boom met kluit. Vandaar dat er ook plots veel meer pottenverkopers op de stoepen te vinden waren dan gewoonlijk. Ook wij hadden een perzikbloesemboompje in de hal staan, gekregen van Dung. Deze heeft ruim anderhalve maand in bloei gestaan, en begint nu vruchten te krijgen. Wellicht dat we binnenkort op ons terras van eigen fruit genieten!

In Dungs huis stond ook wat: een enorme mandarijnboom die haast tot het plafond reikte. Cadeautje van de recentst aangetrouwde schoonzoon voor Dung's ouders, die waarschijnlijk het gevoel had dat hij iets moest bewijzen. Ik durf er niet aan te denken hoeveel die boom wel niet gekost moet hebben. Wij (ik en Dung) hadden een wat bescheidener cadeau: een orchideeën-bloemstuk. Orchideën zijn blijkbaar ook enorm populaire nieuwjaarsplantjes, want deze werden in honderden tegelijk verkocht. Wij haalden de onze in een grote hal vol bloemstukken met enkel orchideeen (paarse en witte), waar een tiental mensen constant bezig was nieuwe te maken.

En hoe vervoer je een boom? Juist, op je scooter.

Zoals ik al zei is Tết een belangrijk familiegebeuren, dus was er mid-januari ook voor Dung's familie een bijeenkomst gepland in het plattelandshuis van haar ouders. Veel mensen daar had ik al eens eerder gezien en de sfeer was vrij ontspannen. Het verliep volgens het standaard patroon: alle vrouwen (op de ouwe omaatjes na) waren druk bezig in de keuken, in de tuin of bezig met het voorbereiden van het altaar, terwijl de mannen wat kletsten en thee dronken. Gezien de taalbarriere was dit even ongemakkelijk als altijd, dus ging ik na mijn eerste kopje thee maar even in de tuin rondstruinen. Toen men de offergaven had bereid en klaar was met bidden, kon iedereen beginnen met eten. Tijdens de maaltijd zaten mannen en vrouwen ook apart, en werd er heel veel sterke drank geconsumeerd door de mannen. Eveneens en bekend tafereel. Zowat na elke hap eten werd er weer geproost. Iedere oom wilde eventjes met mij het glas heffen, wat inhield dat ik dus tien kopjes geleegd had in de tijd dat zij ieders één keer wat dronken. Het zijn weliswaar kleine kopjes, maar als ze telkens tot de rand toe gevuld zijn met 40% alcohol (mijn kopjes tenminste... dat van sommige ooms leek verdacht halfvol), voel je je al snel een stuk lichter in je hoofd. Dat ik het Vietnamees nog niet beheerste maakte al gauw ook weinig meer uit. Wat een gezelligheid.


En nog één!

Naast 'familie bezoeken' staat er nog een ding op ieders te-doen lijst, namelijk 'tempels bezoeken'. Van te voren was mij al verteld dat Hanoi uitgestorven zou lijken tijdens Tết. Wat er niet bij gezegd werd, is dat dat niet zozeer komt vanwege de tijdelijke migratie naar buiten de stad, maar omdat iedereen die in Hanoi woont gedurende enkele dagen bijeenkomt op slechts een handvol plaatsen. De rust op de wegen was geenzins zo groot als de chaos om en nabij de verschillende 'belangrijke' tempels. Het was een haast onvoorstelbare drukte. Een soort spitsuur, maar dan van 's ochtends tot 's avonds. Als je je crowd-surf techniek wilt oefenen, is dit de ideale plaats en tijd: hoewel ik het niet geprobeerd heb, kon je er waarschijnlijk wel letterlijk over de koppen lopen. De grond was in ieder geval nauwelijks begaanbaar, als je niet verdrukt wilde worden door mensen die koste wat kost wat geld naar de boeddha's en heiligen wilde gooien. Bij alle grote tempels stonden zeeën van scooters (2), gevolgd door rijen van tafels waar allerlei offergaven (2) - met name nepgeld, nepbloemen en tig soorten wierook- verkocht werden of door (soms in traditionele kleding gehulde) oude mannetjes gekalligrafeerde amuletten gemaakt konden worden.
Geld wordt echter niet alleen aan goederen en geesten besteed rond nieuwjaar. Een andere uitgavepost is "geluksgeld"; een bedrag (meestal tussen de 7 en 18 euro) dat in speciale envelopjes aan kinderen gegeven wordt. Zelfs ik kreeg nog een paar van zulke envelopjes!


Drukte waar zelfs de Efteling alleen maar van kan dromen.

Oh, en nu ik het toch over mijn 'geluk' heb; even terug naar de chaos van tempelbezoeken. Één van mijn vele ergernissen in het verkeer hier - en dat zijn er echt heel veel - is dat zo veel idioten over de stoep scheuren als het verkeer op de straat te druk wordt. Treurige bijkomstigheid: de politie kan het niets schelen.* Zoals te verwachten viel, werd de stoep ook gebruikt als een extra rijbaan tijdens het nieuwjaar. Ik als voetganger moest met grote moeite de neiging onderdrukken om elke @#$%^ op zijn/haar gezicht te meppen wanneer ze weer eens rakelings langs mij en mijn vriendin reden. En zoals altijd was ik stilletjes ook weer aan het bidden dat zij allen een ongeluk kregen. Of het nu puur toeval was, een kwestie van telekinese/The Force, of een ingreep van Boven weet ik niet, maar op een fortuinlijk moment reed de zoveelste lul mij voorbij op de stoep, en raakte plots een kuiltje. Hij wiebelde even heen en weer op z'n scooter, maar verloor uiteindelijk de controle over het stuur en smakte met zijn gezicht tegen boom. Bravo, en danku. Ik applausiseerde deze stunt en voelde mij daarbij fantastisch. De boom bleef ongedeerd (de scooter landde vóór de boom, alleen de bestuurder ertegen), dus het leek alsof er eindelijk een beetje gerechtigheid was. Dung zei dat ze me in lange tijd niet zó vrolijk had gezien. Goed kans dat dat waar was. Het verkeer is het enige in Hanoi waarvan ik durf te zeggen dat ik het echt haat, dus dit ene kleine ongelukje (de bestuurder stond ook gewoon weer op hoor, zonder wonden) was het leukste dat ik in de afgelopen maand gezien had.
*(over het verkeer en de politie kun je resp. HIER en HIER meer lezen)


zoals ik al zei: druk

Overigens, de nieuwjaarsnacht zelf was niet heel spectaculair. Vuurwerk wordt hier schijnbaar niet aan particulieren verkocht; alleen de overheid mag dingen opblazen. Dus 's avonds even voor twaalf verzamelde de lokale bevolking zich op de paar plaatsen (voornamelijk de meren) waar de lucht wel verlicht zou worden met kleurrijke explosieven. Enkele weken eerder had ik gezien dat men aan een kant van het West Meer bezig was met het bouwen van twee grote met mozaïek betegelde draken. Dit was nabij een pleintje aan de grote weg, dus leek het mij een logische locatie voor het afsteken/bekijken van vuurwerk. Nee, mijn vriendin wist wel beter. Ze had geen idee waar het vuurwerk afgestoken zou worden, want waar dat vorig jaar was wist ze niet meer, maar het was vast niet dáár. Uiteindelijk stonden wij dus exact aan de andere kant van het meer toen het allemaal de lucht in ging. Niet heel bijzonder. De vuurwerkshow van het
zomerfestival in Beppu (een relatief klein plaatsje in Japan, waar ik gewoond heb) was zeker tien keer zo groot. Er was weinig variatie in ieder geval, en we stonden nogal ver weg. Na afloop wilde ik toch even kijken bij de draken, want ik vermoedde dat die niet zomaar daar geplaatst waren. Het was immers het begin van het Jaar van de Draak, en ik kon me geen beter moment bedenken om die beeldjes in te wijden dan op oudjaarsavond. Wat bleek? Dáár was die avond het grote vuurwerk afgestoken. Het was er inmiddels niet al te druk meer, dus namen we de tijd om onszelf op de foto te laten zetten met de draken. Dat bleek jammer genoeg niet echt mogelijk, omdat niemand de vaste hand had die nodig was om 's nachts foto's zonder flits te maken met mijn camera.

Één van de draken

Dan maar weer naar huis rijden. Of toch niet? *cue dramatische muziek* Niet dus. Mijn band was lek. Er was nergens een glasscherf of spijker te zien waar ik geparkeerd had, maar desalnietemin zat er in mijn band geen lucht meer. Heel eventjes hebben we gezocht naar iemand die er een nieuwe binnenband op kon leggen, maar dat was op dat tijdstip natuurlijk hopeloos. Over naar Plan B: lopen. Vier kilometer lopen. En dit is geen lichtgewicht aluminium fiets waar je op je gemakje naast wandelt met één hand aan het stuur. Dit kreng moet je duwen. Ongeveer een uur later kwamen we lichtelijk bezweet bij mijn huis aan. Flink wat calorieën armer en een ervaring rijker. Al met al was het een geslaagde avond.