maandag 20 februari 2012

Personeelszaken

December 2011, Hanoi
Het regelen van een contract.
Na zes weken werken vond ik het wel eens tijd om wat dingen tussen mij en de universiteit op papier te laten zetten. Ondanks mijn inmiddels zeer lage verwachtingen van het organisatietalent de universiteit, wisten ze me daar toch weer te verassen. Ik heb nog nooit zo'n ongeregelde zooi meegemaakt. Iedereen vraagt je om documenten, maar niemand is er daadwerkelijk verantwoordelijk voor. Alles wordt doorgespeeld naar 'iemand' anders, dus als je 'n probleem hebt, jammer dan, niet hun schuld. Ik had er al veel eerder om gevraagd, maar werd toen afgewimpeld met: "we willen graag wat feedback hebben, nadat je hier twee weken hebt gewerkt." Op dat moment werkte ik er al drie weken, en dat heb ik laten weten, maar geen reactie. Nog maar een weekje wachten en weer contact opnemen. Ja, ik mocht langskomen, dan zouden we het een en ander kunnen bespreken. Dus ik ga naar de onderdirecteur, die mij meestuurde met mr.T (nee, niet die), die mij vervolgens liet weten dat de persoon die eigenlijk over contracten met buitenlandse docenten gaat niet aanwezig is en ik weer mag gaan. Op een toon die het deed klinken alsof ie me een berg cocaïne wilde aansmeren probeerde hij mij nog wel een baan aan te bieden op zijn eigen school.. maar ik had liever dat contract met de uni.

De volgende maandag kon ik terugkomen voor een gesprek. Ik had geluk, want hoewel ik netjes een afspraak had gemaakt, zagen we de mevrouw die ik spreken moest zich juist het gebouw uit haasten toen wij naar haar op zoek wilden gaan. Mogelijk had mr. T niet aan mw.H verteld dat ze mij die ochtend ontmoeten zou. Goed, dichtsbijzijnde kamertje in om in overleg te gaan. Blijkt dat mw.H niet eens Engels spreekt. Wie geeft haar dan een baan met internationale contacten? Na een discussie tussen mr.T en mw.H waarin ik ze meermaals heb moeten corrigeren dat ik géén Duitser ben ("Dutch ≠ Deutsch!") en ik vervolgens steevast genegeerd werd, vertelde mr.T me dat ik wat documenten in moest leveren, die ik uiteraard niet had omdat niemand hier ooit een woord over gezegd had. Ten eerste: een "wettelijk CV". Het duurde even voor ik doorhad wat hij bedoelde. Ik moest mijn CV inleveren, maar met een stempel van de Nederlandse ambassade erop, als bewijs dat het allemaal echt was. Alsof die mensen daar al mijn scholen en ex-werkgevers gaan bellen! Kom nou. Ze hebben toch zeker wel betere dingen te doen, lijkt me. Zolang ik maar betaal zetten zij echt die stempel wel. Ten tweede: een verklaring van goede gezondheid. Kon ik halen bij een aantal ziekenhuizen in Hanoi die bevoegd waren voor het keuren van buitenlanders. Hij wist zo niet welke, maar dat kon ik volgens hem zelf makkelijk uitzoeken. Ten derde: mijn lerarendiploma. Dat kon nog wel eens een probleem worden, zei ik, want die heb ik niet. Bovendien heb ik Japans gestudeerd, geen Engels. Nou wil het toeval dat mr.T een Engelse school heeft waar ik dat diploma wel zou kunnen behalen. Erg handig, maar liever niet. Ik voelde wel aan dat dat veel tijd en geld zou gaan kosten, terwijl ik juist aan die twee dingen altijd een gebrek heb. Even bellen met de onderdirecteur dan maar. Ok, hoor ik tenslotte, de 'big dog' mr.M zegt dat Steven ook zonder dat papiertje wel les mag geven. Maar die andere twee moest ik echt hebben, want dat moest opgestuurd worden naar Ministerie voor het bemachtigen van een werkvergunning. Een vergunnig die ik overigens op dit moment, twee maanden later, nog steeds niet in mijn bezit heb. Maar dat is een weer een ander verhaal. Of beter gezegd; zelfde verhaal, ander hoofdstuk.


University of Languages and International Studies
(a.k.a. University of Lazy and Incompetent Suck-ups)

Ik ga dus even naar de ambassade om voor een aanzienlijk bedrag 3 stempels te laten zetten op mijn diploma, GBA uittreksel en VOG. Die -nu extra officiële- documenten moest ik vervolgens naar het Vietnamees laten vertalen, wat ook weer een week kostte, want er bleek een spelfout gemaakt te zijn in iets dat ze enkel over hoefden te schrijven (mijn adres). De moeder van mijn vriendin werkt in een ziekenhuis, dus hebben we haar gevraagd om een gezondheidsverklaring voor me op te stellen. Volgens haar was ik helemaal in orde. Jammer genoeg werkt ze echter in een provinciaal ziekenhuis een heel eind hier vandaan, dus telde dat niet. Het moest een verklaring zijn van een ziekenhuis in Hanoi. Voordat ik daarachter kwam was ik natuurlijk weer meer dan een week verder.

Ziet u, toen ik eenmaal de documenten bijeen had, gaf ik deze aan mr.T, die ze vervolgens aan mr.C zou geven. Op een mooie maandag krijg ikhet telefoontje dat hij dat inderdaad gedaan had en ik naar mr. C kon om het contract te tekenen. Mr.C, die overigens de meest chagrijnige persoon is die ik ooit het ongenoegen heb gehad te ontmoeten, bleek mijn documenten helemaal niet te hebben. "Heb je 'n CV?" vroeg hij kortaf, nadat ik ging zitten in zijn kantoor. "Nee, die heb ik niet bij me. Er was mij verteld dat u al mijn gegevens al heeft." ... stilte. Dan bromt hij: "Hm, mail me dat CV maar, ik neem nog wel contact op." "JA, wacht eens even! Ik werk hier ondertussen al twee maanden. Ik kom niet voor een sollicitatie gesprek, ik wil zwart-op-wit hebben staan dat ik straks betaalt krijg!" is wat ik niet zei. Op beleefde toon maak ik hem nogmaals duidelijk dat hij mijn documenten gekregen zou moeten hebben van mr.T. Reactie mr.C: "Nee. Wie? Ken ik niet." Ik voel enige woede in mij opborrelen, maar haal geduldig mijn telefoon uit mijn zak en bel mr.T even. Oh, ja, mr.C had ze inderdaad niet, maar zijn assistente zou alles -als het goed is (oh wat haat ik die woorden)- in bewaring hebben. Op naar de assistente aan de andere kant van de gang. "Documenten? Welke documenten? Wie ben jij? Nee hoor, ik heb helemaal niets", aldus mw.N. Dat wordt me teveel. Ik toets het nummer van mr. T in en geef de telefoon direct aan haar. Eenmaal uitgepraat vraagt ze me een momentje te wachten. De eerder genoemde mw.H wordt erbij gehaald, die ook nergens van op de hoogte lijkt te zijn, en mij gebied even te wachten in het kantoor van mr.C. Ik had het vermoeden dat hij dat niet op prijs zou stellen, maar deed wat mij gezegd werd. Nog geen twee minuten later hoor ik iets grommen van achter de pc in de hoek. "Ga naar huis. Ik neem contact op als ik iets heb." Zak dan ook allemaal maar in de stront. Zonder te groeten loop ik de deur uit, glimlach nog even naar een passerende mw.H en stap op mijn scooter.




Nog een week zonder bericht gaat voorbij. Op dit moment begon het zorgelijk te worden, want mijn visum stond op het punt te verlopen. Met Dung's hulp had ik ondertussen al een maand verlenging aangevraagd, maar meer dan dat was niet mogelijk. Als ik niet snel een contract kreeg, was er geen mogelijkheid tot het krijgen van een werkvergunning en lange termijn visum, en zou ik het land uit moeten. Zoek het dan allemaal maar zelf uit, wie die kids les gaat geven. Het was tijd voor het grote geschut. Ik had gehoopt dit niet te hoeven doen, maar de onbekwaamheid van zo'n beetje iedereen op de universiteit liet mij geen keus: ik moest een email sturen naar de onderdirecteur. Zowaar, een wonder geschiedde. Één berichtje naar mr.M, waarin ik -uiteraard op beleefde toon- duidelijk maakte dat als hij nu niet gauw zorgde dat iedereen deed wat ze behoorden te doen, ik vertrekken zou, en voilà: maandagochtend lag er een contract voor mij klaar, opgesteld in het Engels. Ze accepteerden zelfs mijn niet-officiële gezondheidsverklaring, onder voorwaarde dat ik voor de aanvraag van een werkvergunning een nieuwe in zou leveren van een Hanoiaans ziekenhuis.




De juiste mensen kennen is de enige manier waarop je in Vietnam iets gedaan kunt krijgen. Oh ja, en geld hebben natuurlijk. Dat brengt mij bij het tweede deel:

Het ontvangen van salaris.
Dit ging marginaal beter dan het regelen van een contract, omdat het in één dag geregeld kon worden, maar het was allemaal even omslachtig. Het ISP betaalt de docenten om de 6 weken, telkens aan het eind van een lestermijn. Toen het eerste termijn zo halverwege december afgelopen was*, kreeg ik een mailtje met het verzoek mijn uren te controleren, zodat ze mijn salaris zouden kunnen vaststellen. Ik mailde direct terug dat alles in orde was, en kreeg daarop de reactie dat ik de volgende maandag mijn geld op kon komen halen. Dat kwam mij zeer goed uit, want op dinsdag zou ik mijn huur moeten betalen. Aangezien mijn huur per drie maanden betaalt moet worden (dat is in totaal 570 euro), had ik dat geld (1 termijn levert mij zo'n 655 euro op) hard nodig. *(dit is rond dezelfde tijd dat ik mijn contract aanvroeg)

Nou voelt u het misschien al aankomen, maar men keek mij heel verbaasd aan toen ik maandag om een salaris kwam vragen. Het eerste wat toen gebeurde was dat de mevrouw aan de balie de verkeerde persoon opbelde om mij te vragen wat ik hier kwam doen. Zelf sprak ze natuurlijk weinig tot geen Engels. Ik legde over de telefoon uit aan mw.N (van de SNHU) dat ik hier kwam voor mijn ISP salaris, en dus mw.Y gebeld had moeten worden. Mw.N was overigens zo vriendelijk om mij te vertellen wat de mevrouw aan de balie mij eerder duidelijk had proberen te maken, namelijk dat mijn salaris niet uitbetaald kon worden omdat ze niet wisten hoeveel uur ik gewerkt had in het afgelopen termijn. Dat kon ik dus mooi meteen bespreken met mw.Y. "Hoezo weten ze dat niet? Ik heb een week van te voren mijn uren doorgegeven, en zou het vandaag op kunnen komen halen!" "Nee, sorry Steven, je salaris is er nog niet. Dat komt woensdag pas. Je kunt dan terugkomen." Jammer dan, maar dat kon ik niet accepteren. Achter die balie stond een dikke kluis vol stapels biljetten, en ik moest de volgende dag mijn huur betalen. Geld vandaag dus, a.u.b. Ok, ok, ze wist wel een oplossing: als ik even mijn contract kon laten zien, dan wist ze hoeveel ik betaald kreeg per uur, zou ze mij het geld geven en zou het later nog wel door de administratie geregeld worden. Dat zal helaas ook niet mogelijk zijn, liet ik haar weten, want ik heb verbazingwekkend genoeg nog geen contract. Oh, nou dat gaf niets; als ik even naar beneden kwam naar haar kantoor, dan zou zij wat mensen bellen, kon ik een contract daar tekenen en dan (...). Nee, nee, dat kan ook niet, mw.Y, want ik heb de benodigde documenten nog niet... Op dat moment was ik nog aan het wachten op de vertalingen, die ik later die middag op zou gaan halen. Eh, tja, dan wordt het moeilijk. Ik zat dus met een probleem. Oplossing: mr.M bellen.

Een momentje later wordt ik teruggebeld door mw.Y. Er was toch een oplossing gevonden. Als ik even kon wachten zou ze iemand sturen. Dus ik wacht. Uiteindelijk komt er iemand, die mij naar iemand anders brengt, die wellicht mijn uren zou kunnen vinden, maar dat moest allemaal -blablabla, administratie, computers, bla- dus zou ik 'even' moeten wachten. (dat hoor je vaak; "even wachten") Nou had ik gelukkig een vrije dag, maar ik wilde het toch graag weten: "Hoelang gaat dat dan duren?", vraag ik aan de man die mij naar die ene mevrouw had gebracht. "Eh.. misschien een half uur, als ze hard werkt, misschien een uur." Tja, reken dan maar op een uur. Veel keus had ik niet, want zoals gezegd moest ik dat geld de volgende dag al weer inleveren bij iemand anders. Ik besloot maar 'even' rustig een late lunch te gaan nemen ergens op het universiteitsterrein. Toen ik een uur later terugkwam was het inderdaad geregeld. Men wist hoeveel ik gewerkt had en hoeveel ik betaald moest krijgen. Met een zucht en een glimlach nam ik de briefjes in ontvangst en kon eindelijk weer naar huis. Ik hoop dat het deze maand vlotter zal gaan...

zaterdag 18 februari 2012

Bijzondere Belevenis: de Bergen van Ba Vì.

10-11 december 2011

Op uitnodiging van mijn huisgenoot Jan, zijn Dung en ik een paar dagen naar het platte- nou ja, eerder bergachtige- land gegaan. In de vroege zaterdagochtend kropen wij ons bed uit, raapten wat kleren bij elkaar en klommen op de motor. Eerst naar een locatie elders in Hanoi, waar de rest van de groep bijeen zou komen. In totaal gingen er 10 mensen mee, de meesten zijn collega's van elkaar. Nationaal Park Ba Vì is op zich niet erg ver van Hanoi -slechts zo'n 60km-, maar wij deden er haast twee uur over om er te komen. Iemand kreeg namelijk een lekke band. "Toevallig" was er een reparatieplaats nog geen 100m terug, waar ze nieuwe binnenbanden hadden en wat eten en drinken verkochten. "Toevallig" staat met recht tussen aanhalingstekens, want ik heb mij laten vertellen dat die 'aan de kant van de weg'-monteurs nog wel eens wat spijkers op de weg strooien om hun klandizie te vergroten. De band was in ieder geval vlot vervangen en wij konden onze tocht vervolgen. Het is overigens maar goed dat ik mij -op aanraden van Jan en Dung- warm had aangekleed. Je zult bij het horen van 'Vietnam' vast eerder denken aan 'warm', maar de winter is in het noorden werkelijk snijdend koud. Vooral als je over de snelweg rijdt zijn handschoenen, een dikke jas een misschien ook nog pjama onder je spijkerbroek geen overbodige luxe.



Iets voor elf kwamen we aan op onze bestemming; een mooi plekje aan de voet van een berg. Nadat we de accomodatie bekeken en de rugzakken er achter gelaten hadden was het tijd voor lunch, waarna we besloten maar direct de bergen in te rijden. Het was niet eens zo stijl, maar ons motortje kostte het de grootste moeite om vooruit te komen. Gelukkig was het niet al te ver tot de parkeerplaats, vanaf waar je alleen te voet verder kon. Na een korte beklimming van trappen kwamen we een kabelspoor tegen, vergezeld door een hoop stenen en zakken zand of cement. Dichter bij de top bleek dat men bezing was een nieuwe tempel te bouwen, één gemaakt van beton. Een heel stuk interessanter dan de rommel van constructiewerkzaamheden, waren de gelovigen die naar deze plek gekomen waren. In een klein houten schuurtje waar het beeld van de Godheid tijdelijk gehuistvest was, voltrok zich een sjamanistisch ritueel. Een "waarzegster", een vrouw op leeftijd, was luidkeels aan het roepen, jammeren (en acteren?) ten behoeve van een echtpaar dat aan haar zijden zat. De sterren stonden slecht voor deze mensen, en de klaagzang was een poging al het slechte wat hen overkomen zou af te wenden. Misschien was ze in trance, misschien was het een show. Ik weet zelf nooit zo goed wat ik ervan moet geloven. Mijn mening: krachten uit een andere wereld of placebo-effect, als het werkt voor je mag je 't allemaal doen, zolang je er anderen niet mee hindert.


bij het zien van dit soort poorten krijg ik altijd een Indiana Jones gevoel

Nog een stukje verder de berg op arriveren we op de top, waar zich nog een stukje heiligdom bevindt. Twee altaren, beiden goed onderhouden en vol met bloemen, fruit en andere offergaven, worden omringd door biddende mensen. Ik groet de Boeddha-moeder en loop even rond om het uitzicht te bekijken. Een uitzicht dat er niet blijkt te zijn. Hoewel het die dag droog bleef, hing er een dikke mist over de gehele omgeving. Vooral hoog in de bergen zag je, wanneer je om je heen keek, enkel helderwitte lucht. Tijd om weer terug naar beneden te gaan. De afdaling naar het dorpje zou ik als ik terugga naar Ba Vì (en daartoe is reden genoeg) met veel plezier overdoen. Het had ons erg veel benzine gekost om de berg op te komen (zowat een halve tank), dus om het milieu wat minder te belasten, leek het me een goed idee om op de terugweg de motor gewoon niet te gebruiken. We konden best in neutraal de berg af! Een fantastisch gevoel om zo ontspannen naar beneden te rollen met enkel het geluid van de ruisende wind om je heen. Ik raad je wel aan om van te voren je remmen te controleren. Die van Dung's scooter vond ik een beetje slecht afgesteld, maar we zijn veilig en wel bij de poort van het park gekomen.


[YOUTUBE FILMPJE] - wordt nog geupload


Om te tijd te doden tusssen het kopje koffie (dat wij bestelden in het café bij de ingang van het park) en ons avondeten (dat we zouden hebben bij ons logeeradres) werd er door sommigen vol enthousiasme basketball gespeeld en door anderen wodka met Red Bull gedronken. Ik voegde mij bij het balspel. Een uur vloog voorbij voordat we er erg in hadden. Bij het vallen van het duister begaven wij ons naar de eettafel. De maaltijd die we daar kregen was nou niet bepaald iets om over naar huis te schrijven, dus doe ik het maar op internet. Positieve kanten: er was eten. Minpuntjes: de kip was gekookt maar niet gaar, het rundvlees was taai en had een overheersende gember smaak, en de groenten waren te doen, maar er was veel te weinig van. Ter calorie-compensatie maar wat extra biertjes besteld. Ook na terugkeer naar de slaapruimte vloeide de alcohol rijkelijk. Jammer genoeg was het bier al gauw op, en maakte ik de grote fout om net als de rest maar over te stappen op wodka en Red Bull. Dat spul is smerig, en zorgde daags erna voor een ochtend lang buikpijn en diaree. Althans, het zou het diner geweest kunnen zijn, ware het niet dat ik de halfgare kip nauwelijks had aangeraakt.



kijk ze toch eens gaan!

Hoe dan ook, de volgende ochtend stonden we weer vroeger op dan me lief was, en stapten we op onze scooters op zoek naar ontbijt. Iedereen was het er wel over eens dat we dat niet bij het gasthuis zouden bestellen. Na een flinke kom phở van het dichtstbijzijnde restaurantje begaven we ons in de richting van Sơn Tây, waar een citadel zou zijn die de moeite waard was om te gaan bekijken. Het was inderdaad wel aardig, maar niet heel bijzonder. Het originele geheel stamde uit de mid-18e eeuw, maar de huidige gebouwen zijn betonnen replica's uit 2006: 1 toren, 1 nog ongeschilderde poort, 1 hal waar we niet naar binnen konden en een plein waar badmintonvelden op uitgelijnd waren. Het mooiste deel was het restant van een poort van de originele ommuring, waar nu een enorme boom op/tegenaan groeit. Ik hoop dat dit stukje monument er nog lang mag blijven staan.


p.s. vergeet niet op de links in de tekst te klikken om de rest van de foto's te bekijken!

De (f)ee(s)tmaand

December 2011, Hanoi

December is doorgaans een maand vol gezelligheden met vrienden en familie; Sinterklaas, mijn verjaardag, (de verjaardag van mijn vriendin, indien aanwezig), kerst en oud & nieuw volgen elkaar in rap tempo op. Dit jaar zat ik jammer genoeg in Hanoi; geen familie om verjaardagen mee te vieren, geen bijeenkomst onder de kerstboom, en geen vuurwerk als de klok twaalf slaat. De enige overeenkomst met Nederland was dat kerst voornamelijk door winkeliers gevierd lijkt te worden. Dit alles wil niet zeggen dat het geen leuke maand was, want er is genoeg beleefd in die laatste dagen van het jaar. Het was allemaal simpelweg 'anders' dan ik gewend ben.

Op mijn verjaardag had ik de mazzel dat ik niet hoefde te werken. Normaal moet ik op donderdagen van half zes tot negen 's avonds lesgeven, maar op 8 dec. was een revisie-les gepland, en die wilde hoofdleraar graag zelf doen. Dus konden Dung en ik uit eten en naar de bios. Ik kan me niet meer herinneren welke film we gezien hebben, maar het restaurant staat me nog goed bij. Tip: ga er niet heen. De salade zou volgens de Vietnamese omschrijving amandelen bevatten, volgens de Engelse vertaling eronder echter cashew noten en toen het ons uiteindelijk voorgeschoteld werd bleken er alleen pijnboompitten in te zitten. De sinaasappel saus was simpelweg een gekleurde smurrie zonder enige smaak, de wijn was nogal zuur, de pasta was zo matig dat ik denk dat zelfs ik het had kunnen maken en de tiramisu kwam rechtstreeks uit de vriezer; hard en vol ijskristallen. Het beste was aardappel- en pompoensoep. De mensen die mijn eetgewoontes kennen zullen beamen dat ik niet heel kritisch ben over wat ik eet, maar van een restaurant verwacht ik toch echt meer dan dit.



Nee, dan die spontane Vietnamese stijl straat barbecue die we de week ervoor hadden gehad, dat was pas goed eten. Als je 't niet erg vind om verkoold voedsel te eten tenminste. Dung's buurjongens hadden een heleboel gedroogde vis die ze graag wilden verwarmen op een echt vuurtje, dus raapten we wat bakstenen bij elkaar, een hoopje kolen en een stuk krantenpapier en voilà: prima grill. Het was misschien een beetje té krokant, maar als je niet van de smaak hield kon je erop rekenen dat de pikante saus je smaakpapillen wel weg kon branden. Ok, niet zo zeuren. Het was in ieder geval gezellig daar. En het was toen nog lekker warm buiten. Behalve de stoep namen we ook ruim de helft van de straat in beslag, maar gelukkig is het een plek waar bijna niemand langskomt.



Over de vele gerechten die op tafel stonden bij de twee bruiloften van deze maand hoef ik weinig te zeggen. Dat is altijd topspul. De laatste waar ik voor uitgenodig was, was trouwens ook het grootste eetfestijn dat ik tot nu toe heb meegemaakt, met naar schatting 600 aanwezigen en genoeg voedsel om twee keer zoveel mensen tevreden te kunnen stellen. Het werd gehouden in een enorme hal waar een podium stond opgesteld met een 7m x 8m doek waarop de datum en de namen van het bruidspaar stonden. Ik had desondanks nog steeds geen idee wie ze waren, maar dat schijnde niet uit te maken.






Tot slot vond er op 24 december een kerstdiner plaats. Zoals altijd de grootste maaltijd van het jaar. Mijn huisgenoten hadden mij en Dung, samen met wat andere vrienden/collega's, uitgenodigd voor een lopend buffet incl. onbeperkt bier en (tegen een kleine meerprijs) wijn. Het eten was er heerlijk; een mix van Vietnamese en westerse gerechten, waarvan ik meer gegeten heb dan ik eigenlijk op kon. Er was pasta, rijst en aardappelpuree, groenten, vlees en vis. Mijn favoriet was waarschijnlijk toch wel de pecannoten-taart met slagroom; ik ben er twee keer voor teruggegaan naar de dessert-tafel. Ik kan jullie het watertanden echter besparen, want ik was mijn camera vergeten mee te nemen. ... Naast mooie verhalen hebben we die avond ook cadeau's uitgewisseld: op de "Secret Santa" manier. D.w.z. iedereen brengt iets mee (van een bepaald bedrag) en deze cadeautjes worden in een rij op tafel gezet. Vervolgens trekt men lootjes met nummers, en te beginnen bij de persoon die '1' heeft, mag iedereen één voor één iets uitpakken. Je kunt kiezen of je het cadeau van degene vóór je opeist of zelf iets nieuws van de tafel neemt. Ik hield het bij mijn eigen nummer en ging tevreden naar huis met een sneeuwpop-mok met twee mini-flesjes whisky erin. Dung had een assortiment Oreo koekjes gekregen, maar omdat ze niet echt van zulke zoetigheden houdt werden deze een dag later door mij verorberd.

Niet aan eten gerelateerde Gebeurtenissen
De eerste boeiende gebeurtenis in december was de JLPT (Japanese Language Proficiency Test (Japanse Taalvaardigheidstoets)), waar ik mij na jaren studeren dan toch eindelijk voor in heb laten schrijven. Omdat ik er zeker van ben dat mijn Japans ondertussen vrij beroerd is, koos ik voor een relatief laag niveau: N3. De schaal gaat van 5 (makkelijkst) tot 1 (moeilijkst), dus hiermee zat ik in de comfortabele middenzone. Het is heel lang onzeker geweest of ik deze toets daadwerkelijk zou afleggen, want Vietnamese administratie is ****[scheldwoord naar keuze]. Normaal gesproken krijg je na inschrijving een bevestiging thuisgestuurd met daarop het adres van de toetslocatie en een overzicht van de door jouw ingevulde gegevens. "Indien deze gegevens niet correct zijn, graag corrigeren en dit formulier vóór 4 november retourneren naar ---", zo las ik op het briefje dat ik op 3 december, 5 minuten voor aanvang van de toets onder mijn neus kreeg. Goed geregeld jongens! Maar ach, het was ze gelukt om mijn naam correct te schrijven, dus dat vond ik al een hele opluchting. Na een kwartier uitleg in het Vietnamees begon om negen uur 's ochtends dan de toets, bestaande uit drie delen: vocabulaire & grammatica, begrijpend lezen, en luisteren. Vocabulaire en lezen maakte ik me weinig zorgen over, de grammatica en het luisteren daarentegen is en blijft mijn grote struikelblok. Ondanks de onzekerheid over mijn antwoorden in laatstgenoemde, denk ik het wel gehaald te hebben. De resultaten zijn op het moment (3e week van februari) echter nog niet binnen. Tenminste, niet in Vietnam. Mijn vrienden in Japan weten hun uitslagen al, dus over een paar weekjes ik de mijne misschien ook.
[UPDATE: de test heb ik inderdaad gehaald. Blijkbaar wordt men hier gerangschikt naar resultaat, en met mijn score stond ik op de 19e plaats, van de ongeveer 1200 studenten. Goed genoeg.]

De tweede noemenswaardige gebeurtenis is een verhaal op zich, dus dat sla ik even over en vertel in plaats daarvan over de laatste decemberdagen: kerst en oud & nieuw.
Tegen mijn verwachtingen in bleken er met kerst wel degelijk pakketjes onder onze (permanent aanwezige) kerstboom te liggen. Nadat ik lekker tot een uur of 1 's middags geslapen hadden, kon ik aanschuiven bij een geweldige crêpes en toast lunch die mijn huisgenoot Jarrod samen met diens broer Todd en zijn vriendin Anh bereid had, en omdat we geen afwas hoefden te doen hebben we van 's middags tot 's avonds gezellig zitten kaarten in een verwarmde tv-kamer. Vóór het avondeten kwamen er wat andere vrienden van mijn huisgenoten langs (dezelfde mensen die we de avond ervoor hadden ontmoet in het restaurant), en werden de cadeau's uitgepakt. Van huisgenoot, voor mij: nieuwe handschoenen. Ja, het wordt ook in Vietnam koud in de winter, vooral als je aan het rijden bent. Van ons, voor mijn huisgenoten: Angry Birds wekkers. Jan moet altijd vroeg opstaan (en heeft daar soms moeite mee) en Jarrod komt meestal niet voor tienen z'n bed uit, dus dit leek ons wel geschikt. Na het avondeten, wat in sterk contrast met de avond ervoor gegeten werd op de kleine plastic stoeltjes van een straattentje om de hoek, brak het feest pas echt goed los. Ka.. ra.. oke!! Tot 6 uur 's ochtends. Met drank op tafel en microfoon in de hand en zongen we tot we geen stem meer over hadden. 'We' is hier Jarrod, Todd en ik. De andere gasten waren al lang naar huis en/of naar bed.

Ondanks de afstand heb ik ook mijn familie nog gezien met kerst: lang leve Skype. De internet verbinding hield stand, en zowel de camera als microfoon werkte naar behoren, zodat ik iedereen in één keer mijn kamer heb kunnen laten zien. Het blijft jammer om niet in Nederland te zijn rond deze tijd van het jaar, maar eventjes kunnen spreken met de familie maakte toch veel goed.

links: kerstboompje op mijn kamer // rechts: kerstboom in de tv-kamer
Oud en nieuw was niet heel bijzonder. We zijn uit eten geweest met dezelfde groep als tijdens kerst, en daarna naar een bar in het centrum gegaan voor het aftellen. Een bar waar de drankjes, zeker naar Vietnamese standaard, behoorlijk prijzig waren. Een biertje kostte tussen 3,5 en 5 euro. Wilde je sjiek doen met een glaasje champagne, dan mocht je daar zo'n 13 euro voor betalen. Uiteindelijk het aftellen nog gemist ook, want wij stonden te wachten aan de bar op ons drinken. Na het eerste glas zijn Dung en ik weer naar buiten gegaan, voor een korte wandeling door de stad. Het was een aangename temperatuur en met alle verlichting☭, versieringen en mensen op straat voelde het buiten veel meer als een bijzondere avond dan daar binnen op de dansvloer.


Met de afsluiting van het jaar sluit ik ook dit verhaal, want het is lang genoeg geworden. Volgende keer zal ik jullie vertellen over de mijn weekendje weg mid-december, en in de update daarna ga ik weer ouderwets klagen over mijn werk!

------------------------------------------------------

p.s. even nog laten zien wat ik gekregen heb voor mijn verjaardag/kerst/nieuwjaar:
De doos die ik ontving uit Nederland zag eruit alsof de postbode het "Scar's Mufasa behandeling"* gegeven had (voor degenen onbekend met Disney films: dat is massage door een kudde wildebeesten), maar wonder boven wonder was de inhoud nog heel. De inhoud: o.a. veel snoepgoed, een scheurkalender, een denkpuzzelspel en een schilderij met lampjes erin. En van Dung heb ik een mooi jack gekregen én eigen helm.







*Dit schijnt wel vaker te gebeuren. Ook bijvoorbeeld de piano die de zus van mijn vriendin van Japan naar Vietnam heeft laten verschepen was een beetje ruw behandeld. De verpakking was (net als mijn cadeaudoos) aan alle kanten opengescheurd en hier en daar helemaal volgetaped. Ik kreeg de indruk dat iemand de piano voor komisch effect van een gebouw had gesmeten, maar te lui was om het eerst in elkaar te zetten.

vrijdag 10 februari 2012

The Bright Side

November 2011, Hanoi (2)
Zoals beloofd zal ik ook de goede kanten nog toelichten. Al het leuke was schijnbaar bewaard voor het eind van deze maand. Het begon met weer een bruiloftsreceptie (de 3e sinds mijn aankomst in Vietnam, denk ik) van een oud-klasgenoot van mijn vriendin. Het eens niet een kijk-eens-hoeveel-geld-ik-had spektakel met 300+ mensen en vuurwerk, maar een iets bescheidenere bijeenkomst in Xuân Hoà, in een andere provincie. Het was ook anders dan de vorige keren in de zin dat deze dag enkel voor de familie en vrienden van de bruidegom was. De bruid zat die avond met een paar goede vrienden op een andere locatie, in het geval je haar ook wilde feliciteren. De receptie voor haar familie zou de volgende dag pas zijn. Het was een gemoedelijke sfeer, met minder sjieke pakken en jurken, maar -zoals ik dat nu gewend ben van familie bijeenkomsten- veel meer sterke alcohol. Iedereen die je begroet staat erop dat je ook even een glaasje met ze achterover slaat. Mannen tenminste. Bij de vrouwen volgt na de eerste groet meestal de vraag wanneer jij zelf een ring om je vriendin's vinger zult doen. Een vraag waarop ik ze het antwoord schuldig blijf. Schenk mijn glas liever nogmaals bij.



In de laatste week van november vond er een enorme goeden doelen markt plaats op de Internationale School van de VN. Deze jaarlijkes liefdadigheidsbazaar besloeg (naar mijn ruwe schatting) vier voetbalvelden en zeker 150 kraampjes, waarvan misschien wel de helft eten verkocht. Meer dan 30 landen waren vertegenwoordigd en iedereen had gerechten uit eigen land gemaakt. Het was maar goed dat we die ochtend ons ontbijt over hadden geslagen! Natuurlijk is mijn maag vele malen kleiner dan mijn nieuwsgierigheid, dus konden we helaas slechts bij een handvol kraampjes iets bestellen. Bij de andere kramen was het mijn portemonnee die me ervan weerhield twintig tassen vol spullen mee te nemen. Er waren allerlei streekproducten te koop, veel handwerk, en hier en daar wat activiteiten waar je aan kon deelnemen. Zoals in de foto hieronder te zien is, deed ik mee aan een wedstrijdje "stapelen als een Vietnamees", waarin het de bedoeling was zo veel mogelijk dozen en ander spul op een scooter te laden en er dan zelf nog op te gaan zitten. Niets gewonnen. Uiteindelijk heb ik voor mezelf één boek gekocht bij de boekenhoek; de volledige set Lord of the Rings werken in één uitgave. Dat zal mijn honger naar leesvoer voorlopig wel stillen.



Een dag later werd ik door mijn leerlingen uitgenodigd om die middag met hen naar Văn Miếu te gaan; de Tempel van de Literatuur, ook wel bekend als de Eerste Universiteit. Ik was er al eerder geweest, maar het leek me een geschikt moment om de klas wat beter te leren kennen. Bovendien hoefde ik niet eens te betalen voor mijn entree; alles kwam uit het 'klassenfonds'. De studenten leggen (maandelijks?) wat geld bij elkaar, en als er met de klas een keer wat leuks wordt gedaan, wordt dat daarvan betaalt. Zo ook die middag. Het was geen dag voor cultuur of kennisuitbreiding, zo bleek; het merendeel van onze tijd werd in beslag genomen door poseren voor foto's. Bij elke interessante hoek was er wel iemand die met me op de foto wilde, en zodra één iemand een foto genomen had met de leraar, moest de rest natuurlijk ook één voor één een plaatje schieten. En daarna natuurlijk nog een groepsfoto. Het was niet eens geheel ongepast, want er was gedurende de week een grote foto tentoonstelling op een van de pleinen van Văn Miếu. Helaas begon het net die middag dat wij er waren hard te regenen, dus haastte men zich om alle foto's weg te halen voordat we er ook maar één hadden kunnen bekijken. Tja, dan maar weer meer foto's maken van onszelf.




Oh, bijna vergeten: ik heb meer Nederlanders ontmoet! Sinds ik mij ingeschreven heb bij de Nederlandse ambassade, krijg ik mailtjes van alle activiteiten die door/voor Nederlanders georganiseerd worden. Zo is er bijvoorbeeld elke tweede donderdag van de maand een borrel voor degenen die in/rond Hanoi wonen. Nou, ik had net mijn eerste werkweek erop zitten, dus ik kon wel een drankje gebruiken. Toen ik er stipt om acht uur -begintijd- aankwam was het nog erg rustig, maar al gauw werd het een hele gezellige boel. Op het drukste moment gok ik dat er zo'n 30 mensen aanwezig waren, en werden er links en rechts aardig wat glazen bier uitgedeeld. Rond twaalven zette iemand ook nog een cd met Nederlandse liedjes op en tja, houd dronken Brabanders dan nog maar eens tegen. Luidkeels Guus Meeuwis nummers zingen en heen en weer waggelen tot het personeel je vraagt naar huis te gaan = een mooie avond.

zondag 5 februari 2012

Stress, frustraties en verbazing

[Waarschuwing: verhaal bevat veel Gezeur. Lezers op zoek naar optimisme moeten deze post even overslaan]

November 2011, Hanoi
In november begon ik met mijn eerste werkweek. Binnen de faculteit van Talen en Internationale Studies zijn er, zover ik nu weet, drie verschillende Engelse taalprogramma's; ik ging werken bij twee daarvan. In eerste instantie kreeg ik een positie in het SNHU programma, wat staat voor "Southern New Hampshire University". Het is een samenwerking tussen de VNU (Vietnam National University) en deze Amerikaanse universiteit, en studenten krijgen ook een diploma hiervan, zonder Hanoi te hebben hoeven verlaten (mits hun Engels op peil is). Dezelfde week nog werd ook ik ingeroosterd bij het ISP (International Standard Program), dat, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, niet daadwerkelijk aan enige internationale standaard voldoet. Het drukt enkel de wens uit dat het dat ooit zal doen. Een nobel doch lachwekkend idee, maar ik heb collega's veel dommere dingen horen zeggen.

Laat ik eens niet origineel doen, en beginnen bij het begin. Op maandag 31 oktober kwam ik langs om een les te observeren. Drie dagen later stond ik zelf voor de klas. Men gooide mij direct in het diepe zonder zwembandjes en zonder mij überhaupt te vertellen hoe ik zwemmen moest. Ik ging ervan uit dat ze wisten dat ik enkel Japanse taal en cultuur gestudeerd heb, zij gingen er op hun beurt schijnbaar van uit dat ik desondanks wel wist hoe ik mij moest redden tegenover een klas van 26 Vietnamese studenten. Ik kreeg een simpel mailtje waarin mij verteld werd dat ik les ging geven, meer niet. Zolang ik vragen bleef stellen (wanneer geef ik les? waar geef ik les? wie geef ik les? wat moet ik ze leren??) kreeg ik wel antwoorden, maar niets ging vanzelf. Uiteindelijk werd duidelijk dat ik op donderdagochtend twee verschillende (SNHU) klassen zou begeleiden; één groep van gemiddeld niveau en één groep die bezig was met voorbereidingen op een IELTS toets. Dit laatste is absoluut geen gemakkelijke taak, zo verzekerde mijn huisgenoot (een ervaren Engels docent) me. Als ik niet goed zou weten waar ik mee bezig was, zou ik verpulverd worden door onbeantwoordbare vragen en mijn geloofwaardigheid verliezen (en de klas nooit meer onder controle krijgen, somde ik daarbij op). Ik kon me dus maar beter goed voorbereiden, zei hij, en daar was ik het roerend mee eens. Er was echter één probleempje: de lesboeken kreeg ik op woensdagmiddag pas en de les begon de volgende ochten om half acht. God-zij-dank hoefde ik slechts de introductie te verzorgen, wat inhield dat ik alles kon herkauwen dat mijn huisgenoot mij had verteld over de toets. Eerlijk gezegd bleek het allemaal wel mee te vallen, want ik was enkel verantwoordelijk voor spreken en luisteren; uitspraak en vocabulaire. Veel moeilijke vragen vielen daar niet over te stellen.

Na die lessen ging ik op gesprek bij mevr. Y, die mij inlijfde bij het ISP. Omdat ik van mw. N. (mijn contactpersoon van SNHU) niets gehoord had over roosters, gaf ik bij mw. Y. aan alle dagen beschikbaar te zijn, waarop zij direct mij 6 klassen toewees. In groot contrast met eerdere contacten kreeg ik hier direct te horen wanneer, waar, wie en wat. Alleen moest ik al het lesmateriaal (3x 2 boeken + cd's) zelf kopen in het boekenwinkeltje van de universiteit. Ik had gehoopt dat docenten toch wel een lesboek zouden moeten kunnen krijgen, maar gezien de lage prijzen vond ik het niet zo'n probleem. Tenminste, totdat ik erachter kwam dat deze boeken en cd's - zoals bijna alles hier in Vietnam - lage kwaliteit kopietjes waren. Pagina's waren bijgeschaald, alle afbeeldingen waren onherkenbare zwart-witte troep geworden (waardoor ik soms opdrachten gewoon moest overslaan), en er zaten zelfs dubbele pagina's in. In het ergste geval bestaan de cd's met luisteroefeningen uit 2 tracks van ongeveer een half uur, waarin ik zelf mag gaan zoeken naar het beginpunt van elks van de tientallen verschillende opdrachten die er in verstopt zitten. Bij de cd's waarop de opdrachten wel verdeeld zijn over meerdere tracks, is het alsnog een heel karwei om de goede te vinden, omdat er nergens in de lesboeken aangegeven is op welke cd/track de luisteroefeningen staan. Misschien zou ik gewoon bij de eerste kunnen beginnen, en elke volgende les verder gaan bij waar ik was gebleven op de cd... tenminste, als de uni een minder idiote lesvolgorde zou hebben. Een voorbeeldrooster van een conversatieklas: les 1 is hoofdstuk 2, les 2 is hoofdstuk 7, daarna komt 7, 6, 20 en dan weer 10. Bij mijn andere klassen gaat het net zo (eerst H2, dan 13, 6, 15, 10, 11). Onbegrijpelijk.

Oh, en nu ik toch bezig ben, laat ik het ook nog even over de indeling van lesuren hebben. Een ochtend of middag lesgeven duurt 4½ uur, waarin ik 2 klassen te onderwijzen heb. Een weldenkend mens zou als volgt redeneren: 4½ gedeeld door 2 = 2¼ uur per klas. ULIS vindt twee lessen van gelijke duur echter te onhandig, en verdeeld de ochtend/middag in 5 'perioden'. De eerste periode is er een van 1 uur 40 minuten, dan is er 10 minuten pauze, gevolgd door een periode les van 40min, nogmaals 10min pauze en tot slot een lesperiode van 1u 40min. Als je telt zoals ik zijn er dus eigenlijk 3 perioden, maar dat is allemaal hocus-pocus voor de uni. De perioden van 100min zijn ieder gewoon twee van elks 50min die niet op enige wijze opgesplitst zijn. Logisch toch? En in het geval je je dit afvroeg: deze vijf worden dus verdeeld over de twee klassen als 3 en 2 (2 & 1). Eerst geef ik gedurende '3' perioden les in de ene klas, en na de pauze nog '2' in de andere. Dat houdt in dat er één klas is die consequent meer lestijd met mij krijgt dan de ander. Toen ik mijn Vietnamese collega, met wie ik de klassen deel, hierop wees en het voorstel deed halverwege het termijn (na 3 weken) te wisselen, deed ze alsof ik gek was.
Het gesprek:
"Dat is toch helemaal nergens voor nodig? De lessen zijn al verdeeld..." (aldus mw. X).
"Ja maar", begon ik, "nu heeft de ene klas veel minder tijd om dezelfde stof te verwerken."
X: "Oh, geen probleem joh!"
Ik: "Voor u misschien, maar ik spreek geen Vietnamees. Iets uitleggen kost mij veel meer tijd en moeite, omdat ik in het Engels de Engelse grammatica moet uitleggen aan studenten die nauwelijk Engels begrijpen. In de kortere periode kom ik simpelweg tijd te kort om een heel hoofdstuk te doen."
X: "Oh, nou dan doen ze dat thuis toch?"
Ik: (*) "Eh, ik weet niet wat voor studenten u hier denkt te hebben, maar als ik ze vertel dat ze de rest thuis moeten doen, zal 90% van de klas de opdrachten vijf minuten voor de les overschrijven van de 10% die wel wat heeft gedaan. Dat is een belachelijk idee! Laten we over 3 weken nou maar gewoon wisselen."
(wat ik zei i.p.v. (*): "Eh, ok, prima. Doen we 't op uw manier." In mijn hoofd gevolgd door een "whatever!!")

Gelukkig trof ik in de 2e termijn een verstandigere docent, en zijn we intussen gewisseld, zodat alle studenten evenveel tijd krijgen met elke docent. Tot zover de universiteit. Dan ga ik hieronder de studenten beschrijven. Geen zorgen, ik probeer het kort te houden. Dit is slechts een veralgemeend beeld van de leerlingen in mijn klassen, geen uitgebreid psychologisch profiel van elk exemplaar.

5 typen leerlingen
De ideale studentDit is een zeldzaam type student, waarvan er meestal slechts één aanwezig is per klas. Deze student luistert, begrijpt, doet zijn/haar opdrachten wanneer dat gevraagd wordt en helpt waar nodig medestudenten. In een enkel geval is hun Engels zo goed in vergelijking met de rest van de klas dat ik mij afvraag waar dit grote verschil vandaan komt. Één studente heb ik er ooit direct naar gevraagd, en haar antwoord was even verbazingwekkend als logisch (gezien de organisatie van de uni): de docent was de resultaten van haar plaatsingstoets kwijtgeraakt, dus werd ze in een willekeurige klas gedumpt. Triest.

De wil-wel-maar-kan-nietÉén stapje lager vinden we de studenten die aan motivatie geen gebrek hebben, maar wel over wat minder talent beschikken. Hoewel ze vaak wat langzamer zijn dan de gemiddelde student, zijn ze erg ijverig; d.w.z. ze stellen je vragen over de Engelse taal* en maken netjes notities van wat je op het bord schrijft. Er is één student van dit type waar ik altijd een beetje om moet lachen. Deze jongen is zeer enthousiast en praat graag, dus geeft regelmatig antwoord op mijn vragen (ook iets dat de gemiddelde student niet zal doen), maar naast het feit dat zijn antwoorden veelal fout zijn, is zijn uitspraak zó slecht dat ik hem haast altijd moet vragen het woord te spellen, voordat ik hem begrijp. Maar goed, toch is dit een fijne soort student om te hebben.
(*dit is zeer uitzonderlijk. Normaliter stellen studenten alleen vragen over je persoonlijke leven)

De gemiddelde leerlingTja, wat kan ik hierover zeggen? Ze zijn stil. Beantwoorden geen vragen als je ze klassikaal stelt, doen de opdrachten voor zover ze die begrijpen en anders niet, en gaan bij conversatie oefeningen snel over op Vietnamees als ze de juiste woorden niet kunnen vinden. Misschien kunnen ze het wel, maar ze stoppen er weinig moeite in.

De slapende nietsnutHier had ik er in het begin nogal veel van. Het zijn vooral de studenten die sowieso al slecht zijn in Engels, die dit probleem oplossen door helemaal achter in de klas te gaan zitten en vervolgens liggen te dutten, te sms'en of in andere boeken neuzen. Sorry, zei ik oplossen? Ik bedoel verergeren. Ze kunnen het niet, en nemen zeker niet de moeite er iets aan te doen. Opvallend genoeg zijn het altijd de jongens die dit doen. Toen gewoon om hun aandacht vragen niet meer werkte, ging ik over op plan B: elke les mochten zij gezellig op de eerste rij vóór mijn bureau komen zitten. Daar kwam ik tot de schokkende conclusie dat hun Engels veel slechter was dan gedacht. Terwijl andere studenten ondertussen aan volgende opdrachten begonnen, moest ik op een slakkentempo de vorige oefeningen nog uitleggen aan deze gevallen. Dit leidde ertoe dat sommige studenten in de 3e categorie belandden, sommigen gewoon lui bleven, en een paar anderen niet meer naar de les kwamen.

De asoIk neem aan dat de titel voldoende zegt om een beschrijving achterwege te kunnen laten. Ik zal dit type toelichten met een aantal voorbeelden.
Ik had hem ingeschat als een slaper, maar was wat erger dan de rest. Kwam vaak laat binnen, bracht eten en drinken mee en kletste erop los in het Vietnamees tijdens de les. Op een gegeven moment staat hij op en vraagt (nadat hij mij al voorbij gelopen is) of hij even de klas uit mag. Ik was bezig iets uit te leggen, dus zeg "nee". Stomverbaasd kijkt hij de dichtsbijzijnde klasgenoot aan. "Zei ie nou echt wat ik dacht dat ie zei??" hoor ik hem denken. Wat gebrabbel in het Vietnamees. "Nee", zeg ik nogmaals. Weer ogen vol onbegrip. Dan besluit hij dat ik vast en zeker een grapje maak, en wandelt de klas uit, de gang op. Dacht het niet! Ik roep hem terug en wijs hem zijn plaats. Nadat ik mijn uitleg heb afgerond, vraag ik hem of hij nog steeds zo nodig weg moet. Aangezien hij geen woord Engels verstaat, moest hij zich wederom beroepen op klasgenoten. Oh ja, weg, ja ja, graag. "Goed", zeg ik, "je hebt 5 minuten. Vijf." herhaal ik nogmaals met opgestoken vingers. "Of anders..." mompel ik erachteraan. En wat denk je? Na 5 minuten: niemand. Na 10min: geen student. Na 15... nee. Pas na een half uur komt dat kereltje weer binnensjokken. "Mag ik binnenkomen?" Ach, als je het dan toch netjes vraagt: "Nee." Echt niet. Deze klas is voor mensen die Engels willen leren, zo vertelde ik hem, en nu hij wel duidelijk heeft gemaakt dat hij geen behoefte heeft dat te doen, hoeft hij wat mij betreft ook niet meer in de klas te zitten. "Nee. Je mag buiten blijven." Het duurde weer even voor hij doorhad dat ik het meende. Vanaf die les deed hij ietsje beter zijn best. Welliswaar een minimale inzet; ik moest hem steeds voor mijn bureau neerzetten en alles drie keer uitleggen, maar in ieder geval meer inzet dan hij voorheen toonde.

In een andere klas was er een enorm arrogante knul. Normaal gesproken, wanneer ik al in de klas aanwezig ben, vraagt elke leerling netjes aan mij of ze de klas binnen mogen komen. Veel studenten komen namelijk een paar minuten te laat, en een enkeling vraagt me dit zelfs ook al zijn ze op tijd. Maar er was er eens één die haast 30 minuten te laat binnen kwam lopen, niets zei, de deur niet achter zich dichtdeed en naar een plek achterin de klas liep. Uiteraard stuurde ik dit geval eerst terug naar de deur om zijn binnenkomst nog eens te oefenen. Daarna stelde ik hem wat vragen over de opdracht waar iedereen mee bezig was, maar hij begreep geen woord en had geen boeken bij zich. Dit was een van mijn eerste lessen, dus ik wist niet goed wat voor straf ik hiervoor kon uitdelen. Voor deze keer liet ik het maar gaan. De volgende les kwam hij echter wéér een half uur te laat en had wederom geen boeken bij zich, en wilde gewoon op zijn vertrouwde plekje achterin gaan zitten slapen. Mooi niet dus. Ik plaatste hem op de voorste rij en maakte hem duidelijk dat als hij de volgende keer niet van plan was op tijd te komen met zijn boeken, dat hij hier niet meer welkom was. En voila, sindsdien nooit meer gezien.

Hè, dat lucht lekker op. Ik laat het hier even bij. Volgende keer vertel ik jullie over de positieve gebeurtenissen van november!

Ik met een van mijn klassen