donderdag 26 juli 2012

het Tam Đảo menu

Juni 2012, Hanoi

Het is lastig een begin te maken voor dit verhaaltje, want er is niet veel gebeurd deze maand. Zou dat het juist niet makkelijker maken? vraag je je wellicht af. Wel, ja en nee. Ik twijfel of ik de kleine dingetjes überhaupt noemen moet, of dat ik ze beter geheel weg kan laten. (…) Aha! Een kort moment voor mezelf op de porseleinen troon gaf mij plotselinge inspiratie. Een combinatie van verveling en behoefte aan creativiteit deed mij besluiten dat ik een menu ga schrijven ter ondersteuning van de anders vrij saaie chronologische verhaallijn.

Drank
“Spontane Skates”          
Op een warme namiddag deed Dung mij het voorstel om naar de rollerhal te gaan. Het was nooit eerder ter sprake gekomen en geen van ons beiden bezit rolschaatsen , maar die dag gingen we er zomaar even heen. Dat laatste was niet zo’n probleem, want je kon bij de rollerhal gelukkig rolschaatsen huren. Helaas deden wel meer mensen dat. De warmte, plus de matige service van de verhuur (‘pak schoen, zet schoen op plank, geef schoen aan volgende persoon’), zorgde voor een zware onsmakelijke zweetlucht die de hele balie omgaf. Het eerste paar rolschaatsen dat ik aan wilde trekken was zowaar nog nat van binnen, dus toen heb ik maar even om een ander stel gevraagd. Het rolschaatsen zelf was verder wel leuk. Er waren aardig wat mensen, maar er was genoeg ruimte om nog een beetje snelheid te kunnen maken. Had ik al gezegd dat het warm was? Als je dan flink gaat bewegen, ga je ook flink zweten. Na een uur waren we dus wel klam genoeg om ermee te stoppen. 


Ondanks de hitte – en niet te vergeten, de stank – was het ons erg goed bevallen. Ik vond alleen wel dat rolschaatsen erg ongemakkelijk waren, vergeleken met wat ik mij herinner van mijn oude inline-skates. Dung en ik hebben het er eventjes over gehad en besloten spontaan diezelfde avond nog inline-skates te gaan kopen. Na een paar telefoontjes vonden we een goede sportwinkel die bereid was voor ons de deuren te openen. Het was al tegen tien uur ’s avonds, maar de eigenaar was ook nog eens zeer behulpzaam en wist waar hij het over had. Uiteindelijk kwamen we thuis met twee paar skates, twee sets bescherming (hand, elleboog, knie) en twee DC rugzakken speciaal voor onze skates. Dat alles voor slechts 142,50 euro. Nou moesten we er ook wel gebruik van gaan maken natuurlijk. Het was inmiddels half één ’s nachts, en wij trokken de hele uitrusting aan en gingen de straat op om te oefenen. En de volgende nacht. En de nacht daarop. En verschillende nachten in de weken daarna. Het was tof. 

 
“De Leeuw”
Hoewel menig Nederlands elftal fan geprobeerd zal hebben het snel te vergeten, was er zoiets als een ‘Europees kampioenschap’ voetbal in juni. Genoeg Nederlanders in Hanoi was hierin geïnteresseerd en dus werd een locatie geregeld waar we de eerste wedstrijd met z’n allen konden gaan kijken. Om de echte Hollanders te lokken waren er zelfs gratis hapjes. Twee dozijn mensen in oranje kleding, flinke biertorens, een groot scherm… ja, de stemming zat er goed in. Er was zelfs een lokale cameraploeg aanwezig om wat mensen te interviewen. Toen viel de eerste klap: ‘ons’ dream-team verloor van de Denen met 0-1. Wat minder enthousiast, maar met goede hoop, namen Dung en ik vier dagen later plaats op een terras vlakbij huis. Het was half twee ’s nachts en wij waren haast de enige mensen daar. Dit café bleef voor elke wedstrijd van het EK open en had ook een groot scherm geïnstalleerd buiten. Net na aanvang van de wedstrijd tegen onze oosterburen druppelden er nog wat meer mensen binnen; sommigen voor Nederland, sommigen voor Duitsland (allemaal Vietnamezen, dat wel). Voor een tijdje was het spannend, maar helaas. De tweede klap kwam hard aan: Oranje verloor weer, 0-2. Er was nog één kansje; de wedstrijd tegen Portugal. Persoonlijk had ik op dit punt de moed al opgegeven, toen plots de eerste Nederlandse goal gescoord werd. Euforie alom! Zou Nederland dan toch naar de volgende ronde kunnen? Nee. Portugal scoorde tweemaal en daarmee was het EK voor ons voorbij. Dung en ik hebben zo nu en dan nog stukjes van andere wedstrijden gezien op TV, maar voetbal boeit ons beiden weinig. Het wachten is op het Wereldkampioenschap van 2014.  

Voorgerechten
“Kinderdag”
De eerste dag van juli was het Dag van de Kinderen in Vietnam. Voor mij betekende dat kijken naar een optreden van Dung’s nichtje en alle kinderen uit haar buurt, gevolgd door heel wat foto’s nemen. Bijna alle vrouwen van de familie waren er: Dung’s zus, haar twee dochters (één die dus een liedje zong en één die pas een half jaar oud is) en haar schoonmoeder. Iedereen wilde met de baby op de foto. Oh, behalve dat ene meisje dat met de buitenlander (ik) op de foto wilde.

“Dierentuin”
Na het rolschaatsen stonden Dung en ik op de parkeerplaats van de rollerhal om onze handen te wassen. Daar ontdekten wij een deur in het hek die ons directe  toegang verschafte tot de dierentuin van Hanoi. Even twijfelden we, toen zijn we naar binnen gegaan. Het was exact zoals ik vreesde: kleine kooitjes met betonnen vloeren, nauwelijks of geen planten en vies water. Een mooi park, dat wel. Veel bomen, bloemen, een meertje enzo. Een aantal van de grotere dieren had meer ruimte gekregen, maar dat neemt niet weg dat de anderen er toch wel triest bij zaten.

“Slakjes”
Het was al weer veel te lang geleden dat ik ongebruikelijke dingen gegeten had. Wat een blije verassing was het dan ook, toen ik uitgenodigd werd om met Dung, een collega en één van haar zussen slakken te gaan eten bij een straatrestaurantje vlakbij. Één heb ik er geprobeerd, verder heb ik mij beperkt tot de veel te vette frietjes en nog wat onherkenbaars dat ook droop van het vet maar toch enigszins eetbaar was. Bij thuiskomst heb ik zelf alsnog maar wat gezonds gekookt. Ik voelde me eerlijk gezegd een beetje vergiftigd door het spul waar ik niet naar had gevraagd.

Hoofdgerecht
Tam Đo
V.A.C. trip! Op wat de laatste reis zou worden met de Vietnam Adventure Club waren we slechts met vijf mensen. Toch ontbrak er wat mij betreft maar één iemand: mijn vriendin. Zij was op dat moment op een – door haar bedrijf betaalde – vierdaagse reis naar Japan. Op de universiteit waar wij beide gestudeerd hebben, mocht zij een presentatie gaan geven over de werkgelegenheid in Vietnam (voor Vietnamese studenten die Japans spreken). Ze had me uitgenodigd om mee te komen, maar enkele honderden euro’s voor een lang weekend vond ik toch wat overdreven. Nee, dan liever voor een tientje twee dagen naar de bergen

Zoals altijd was de reis alleen al erg leuk. Het laatste stukje tenminste, het eerste is altijd maar lange vervelende snelwegen. Bochten en bergen daarentegen, dat is een geweldige combinatie. Deze waren beter dan op alle vorige reizen, omdat er zowaar vangrails geplaatst waren en in alle onoverzichtelijke bochten schone bolspiegels stonden. Schone spiegels. Dat moet even benadrukt worden omdat ik op andere plaatsen ook wel spiegels gezien heb, maar die eruit zagen alsof ze gecamoufleerd waren als boomschors. Op de dag van aankomst was het jammer genoeg erg mistig, dus kon er nog niet genoten worden van het uitzicht dat een dorp op deze hoogte ons te bieden had. Jammer, want om eerlijk te zijn; veel meer had het dorpje eigenlijk ook niet te bieden. Op de motor reden we in vijf minuten om de gehele bebouwde zone heen en een wandeling erdoor is in een kwartiertje wel te doen. Maar moet er perse iets te “beleven” zijn? Elke nieuwe plaats die ik bezoek is een belevenis. De voornaamste reden dat wij elke maand de grote stad verlaten, is om rust te zoeken. En rust, dat kun je in Tam Đo (nog) vinden. Ik ben echter wel benieuwd hoe het zou zijn in het hoogseizoen. Het hele dorp bestond zo’n beetje uit hotels en restaurants. Allen voorzien van -hoe kan het ook anders?- karaoke bars. Een beetje vreemd hoor, als je ’t mij vraagt. Iedere hoek is weer een déjà vu: overal waar je langsloopt wordt je vriendelijk gevraagd plaats te nemen op hun stoeltjes, en alle straatverkopers handelen in exact dezelfde waren. De vrouwen die rondlopen met manden vol houten poppetjes, stuiterballen en andere prullaria. De vrouwen op motoren die allemaal bananen en xu xu (een groente) verkopen. Het geeft Tam Đo een apart sfeertje.

De eerste middag hebben we maar een beetje geluierd. Een lunch, een rondje om dekerk, een dutje. Gewoon de spullen in onze kamers van het mooie hotel gedumpt en rondgesnuffeld in de paar straten die het dorp rijk is. Zoals gezegd duurde dat niet heel lang (de enige plek die de moeite van het bekijken waard was, was de kerk), maar gelukkig vonden we nog een trap naar een waterval. Een stuk of honderd treden, geflankeerd door kleine stalletjes met souvenirs en niet echt goedkope drankjes, leidden ons naar een smal stroompje water. Hoog, ja, indrukwekkend, nee. Meer nog dan de teleurstelling dat de “waterval” niets voorstelde, vond ik het jammer dat de plas waar het geval in eindigde zo vervuild was. Het gele schuim aan de randen en het plastic flesje dat er in dobberde, leken mij geen ideale achtergrond voor een foto shoot. Toch dacht de Vietnamese jeugd daar blijkbaar anders over. Lachend liepen zij door de poelen voor een paar plaatjes. Misschien is het een kwestie van gewenning.

De volgende dag begonnen wij al vroeg aan de afdaling. De heerlijke afdaling. Simpelweg de motor in neutraal zetten en een duwtje geven is voldoende om in volle snelheid naar beneden te razen. (Met “volle snelheid” bedoel ik natuurlijk “gepaste snelheid en oplettendheid”, mam, pap.) Iets leukers is er haast niet. In alle stilte met vaart bochtjes kunnen nemen en ook nog eens benzine uitsparen! Het is trouwens niet zo dat wij nu al weer naar huis gingen. Aan de voet van de berg ligt een beren opvangcentrum waar wij een rondleiding gepland hadden. Dit ruim opgezette park, gerund door de stichting Animals Asia, is speciaal voor kraag- en honingberen. Ik wil eigenlijk hier niet ingaan op waarvan deze beren gered moeten worden, maar geloof me: het moet. Deze dieren worden wreedheden aangedaan die geen mens met gezond verstand zou kunnen verzinnen. Het aantal beren in gevangenschap is in Vietnam (naar schatting) meer dan honderd maal zo groot als het aantal in het wild. Gelukkig is hier in Tam Đo een mooie locatie ingericht om geredde beren er weer bovenop te helpen: ruim, schoon, met veel groen en wat speeltoestellen. Bovendien hebben ze er ook een operatiekamer voor medische bijstand. Toegang tot het park is gratis, dus om toch een beetje het gevoel te krijgen een bijdrage geleverd te hebben, kochten we allemaal een T-shirt (of meer) in het souvenirwinkeltje.

Op weg maar weer! Maar we gaan nog naar huis, nog langer niet, nog langer niet… Volgende bestemming: tempel. Geen van ons wist hoe die heette, of waar deze precies zou moeten liggen, maar het zou om een hele grote gaan. En jawel, na een tijdje rijden zien we in de verte een groot oranje dak verschijnen boven één van de heuvels. Eenmaal wat dichterbij blijkt het verbazingwekkend rustig. Geen wonder, want we zaten op de verkeerde plek. Dit was een klooster voor monniken in opleiding; de tempel die wij zochten lag nog een eindje verderop en was nog wat groter. Een korte rit later arriveerden we bij een grote parkeerplaats in de buurt van een aantal grotere gebouwen. Ik zeg “in de buurt van”, want om bij de daadwerkelijke tempel te komen zou je nog een twee uur durende wandeltocht af moeten leggen. Dat zagen mijn reisgenoten op dat moment helaas/gelukkig niet zitten. De kans was groot dat als we dit tochtje zouden afleggen, we dan op de terugweg naar Hanoi in het donker zouden moeten rijden, en dat staat hoog op de lijst van ‘onverstandige dingen die je kunt doen op een Vietnamese snelweg’. In plaats daarvan nuttigden wij een vers suikerrietsapje, alvorens huiswaarts te keren.

Één ding wil ik nog kwijt en dat is een kooktip. Van mij? Nou ja, eigenlijk van de man die we op de parkeerplaats spraken. Stel, je gaat met de motor weg om ergens te picknicken en wilt warm eten hebben. Je hebt alleen geen bakjes om iets in warm te houden en geen materiaal om op je bestemming me te koken. Wat dan? Dan kook je gewoon terwijl je rijdt! Men neme: voedsel (deze man had bijv. rundvlees bij zich), aluminiumfolie, kippengaas en twee stukken ijzerdraad. Je wikkelt het eten in de aluminiumfolie, legt dit op het gaas en bindt dit gaas vervolgens tegen de uitlaatpijp van je motor. Na 20 minuten rijden is je vlees gaar. Of was het na 20 kilometer? Ik ben dat een beetje vergeten. Voor de motorrijders onder mijn lezers: gewoon uitproberen en laat het me weten!


 Nagerechten
“Dineetje”
In tegenstelling tot wat sommigen van mijn lezers van mij denken, kan ik wel degelijk koken. Om dit voor mijn vriendin te bewijzen, ging ik eens even flink boodschappen doen en een mooie maaltijd op tafel zetten. We hadden afgesproken om zeven uur. Echter, omdat ik haar ondertussen goed kende, begon ik een half uurtje daarvoor pas met koken. Zoals ik had verwacht kwam ze een half uur te laat en had daarna nog tien minuten nodig om zich klaar te maken voor dit etentje. Vrouwen… *theatrale zucht*. Maar goed, toen stond er uiteindelijk toch wat lekkers klaar: een flinke zalmmoot, spaghetti overgoten met een champignonroomsaus (met gepeperde uitjes en een hint van witte wijn), een tonijnsalade met Italiaanse dressing en stukjes mozzarella, en een glaasje wijn voor erbij. 


“D.M.E.”
De laatste dag van juli werd er weer een grote live muziek avond georganiseerd door Hanoi Rock City: Northern Exposure. Na het grote succes van hun laatste show mocht Divine Monkey Empire ook ditmaal weer op komen draven. Wat een avond! Het regende alsof de zondvloed eraan kwam. Werkelijk waar, ik had in tijden niet zoveel water tegelijkertijd uit de lucht zien vallen. Zelfs met paraplu werden we zeiknat van de paar meter tussen de voordeur en de taxi. Er zaten dan ook maar weinig mensen op de anders zo populaire buitenplaats van HRC. Niet dat het binnen drukker was dan normaal; blijkbaar kwamen veel mensen gewoon liever niet door de regen. De muziek was er natuurlijk niet minder om en met het juiste gezelschap was het gezellig, weer of geen weer. 


maandag 23 juli 2012

De Laatste Les


Mei 2012, Hanoi

Na zeven maanden werken, kwam dan eindelijk het eind in zicht. Al in mei zat het schooljaar op de universiteit erop. Voor de leerlingen betekende dat een hoop extra examenstress, maar ook een moment om terug te kijken op alles wat ze samen het afgelopen jaar hadden beleefd. Het programma waar ik voor lesgaf was namelijk voor studenten van allerlei verschillende universiteiten in Hanoi. Zij kwamen allemaal voor één jaartje naar deze universiteit om Engels te leren, daarna ging ieder weer terug naar zijn/haar eigen uni om daar hun studie af te ronden.

Als ik zelf terugkijk, moet ik zeggen dat het toch wel een leuk jaar is geweest. Het begin was wat zwaar, maar ja, wat kun je anders verwachten als je zonder ervaring plots voor een klas staat. De lesindeling was onbegrijpelijk, het materiaal was vaak slecht, mijn collega’s heb ik weinig gesproken, en het Engels van de leerlingen was veel slechter dan ik had gehoopt. Uiteindelijk ben ik alleen de leerlingen nog een beetje gaan waarderen. Althans, het handjevol leerlingen dat tot het einde van het jaar in mijn klas bleef. Van de gemiddeld 25 leerlingen in mijn klassen kwamen er zo’n 7 tot 15 nooit meer opdagen. De slapers, de brutale knulletjes, het handjevol dat sowieso niet op dit niveau les had moeten krijgen; ik was er niet rouwig om. Met de leerlingen die wel naar de les kwamen en (meestal) ook nog opletten, kon ik des te beter opschieten, nu ik ze meer aandacht kon geven. Ik kan enkel hopen dat ze ook alles onthouden dat ik ze geprobeerd heb bij te brengen.

De laatste lesdag van elk van mijn klassen bestond eigenlijk maar voor de helft uit echte les. De andere helft? Foto’s maken! Eerst een foto met de hele klas en daarna nog eens met alle jongens en/of alle meiden (en daarna dan de andere groep) en daarna nog eens met een heleboel meiden/jongens apart… 

Verdeeld over dit verhaal zie je een kleine greep uit deze plaatjes.  

Een week na de laatste examens organiseerde onze Engels afdeling een grote show, met zang- en dans optredens van alle klassen. Zelfs een aantal leraren had een kort nummer voorbereid. Er waren diapresentaties en filmpjes gemaakt door/voor zowel klassen als leraren, er was een “ken je docent”-quiz, en enkele hoge piefen beklommen tussendoor het podium om een praatje te geven over hoe trots ze wel niet waren op hun studenten. Er was ook nog een modeshow, want veel klassen hadden de moeite genomen om een T-shirt te laten drukken voor iedereen in de klas. Hoewel iedereen elkaar slechts één schooljaar kende heerste een hecht groepsgevoel deze avond. Natuurlijk bestond er geen twijfel over wat er na afloop gebeuren zou: foto’s maken! Het was een hels kabaal in de hal en ik werd letterlijk heen en weer getrokken door groepjes studenten waarmee ik op de foto moest. Na ongeveer tien minuten (wat trouwens langer is dan je denkt, als je alleen maar foto’s aan het maken bent) ben ik met de leerlingen van één van de leukere klassen en hun hoofddocente wat gaan drinken bij een cafeetje om de hoek. Het is op de een of andere manier toch vreemd om te denken dat dat zeer waarschijnlijk de laatste keer was dat ik die mensen zal zien. Ik mocht zo tegen het eind dan wel aan alle chaos gewend zijn, maar als ik nog eens terugga naar Vietnam om te werken, dan hoef ik mijn baan aan de universiteit niet meer terug.
 Afscheid nemen van de leerlingen op mijn andere school en mijn privé student hoefde ik pas een maand later, maar nu ik het toch over werk heb, noem ik hen ook even. Bij de Stepping Stones talenschool (zie foto hieronder) ging het allemaal vrij onverwachts. Dit was een groep studenten die ik met veel plezier les gegeven had en ik had een leuke laatste les in gedachten, met wat taalspelletjes en open discussies. Jammer genoeg bleek die laatste les uit te vallen vanwege universiteitsexamens. Ik heb niet eens fatsoenlijk gedag kunnen zeggen. Via Thuy (mijn collega/baas – zie vorige post) kreeg ik nog wel een kaart en cadeautje van de leerlingen! Een sjaal. Alsof ze al wisten door wat voor zomer ik in Nederland ontvangen zou worden.

Met mijn privé student Tomofumi was het beter afgesproken wanneer de laatste les zou zijn. Het is nu eenmaal een zakenman, dus dit werd een normale les zoals ik het altijd deed. Maar ook van hem en zijn vrouw (aan wie ik ook Engelse les gaf) kreeg ik een afscheidspresentje: het boek “Het Noorse woud” (uiteraard wel in het Japans, dus eigenlijk:ノルウェイの森),  van de inmiddels ook in Nederland bekende schrijver Haruki Murakami , een zak groene thee en enkele koekjes. Nooit gedacht dat ik ooit nog eens een gewaardeerd leraar Engels zou zijn voor een Japanner in Vietnam.

maandag 16 juli 2012

Over kerken en concerten


Mei 2012, Hanoi

Het was pas een maand geleden sinds de vorige VAC* trip, maar Mark en ik hadden toch wel weer behoefte om even de stad te verlaten. Dus... onze dames werden achterop de scooter gezet en na onszelf goed ingesmeerd te hebben -de zon was deze maand al goed heet- scheurden wij de wijde wereld in. De bestemming was dit maal een/het "parelmoerdorp"; één van de vele dorpen in de omgeving waar de mensen zich allemaal in een bepaald type handwerk specialiseren. [zie ook: Toertochtjes] Hier maakte men allerlei producten van hout, ingelegd met parelmoer. Voor het grootste deel waren het echter meubels - stoelen, tafels, bedden en kasten - of decoratieve stukken voor aan de wand. De prijzen varieerden van 1 tot 200 miljoen Đong (zo'n 34 tot 7500 euro), afhankelijk van de grootte van het object en het soort schelp dat ervoor gebruikt was, maar het waren stuk voor stuk prachtige werkjes. Na de verkoopafdelingen (voorkamer van iemands huis) gezien te hebben, namen we een kijkje op de werkplaatsen van zowel het grotere als het kleinere spul. Hier, in een stoffige, door TL-buizen verlichte stoffige garage waren enkele jongens druk bezig met het snijden van schelpen en het schuren van hout . Het was zo georganiseerd als je kon verwachten; overal lag gereedschap en parelmoer in allerlei bakken, emmers en zakken die uitgestrooid waren over de vloer of op een hoop gegooid leken in de hoeken. Een beetje zoals afwas in een gemiddeld studentenhuis. In tegenstelling tot afwasbakken was de inhoud in deze werkplaats wel gesorteerd. Sommige van de bakken waren gevuld met boompjes of struiken, anderen met kraanvogels, en weer anderen met figuurtjes van mensen. De standaardingrediënten van een klassiek schilderijtje. 

*(Vietnam Adventure Club, voor degenen die mijn andere posts niet gelezen hebben)



Dit bleek trouwens een Christelijk dorp te zijn: bovenop de poort waar -men het dorp in komt- staat een kruis en een afbeelding van Maria, met op de andere zijde Jezus. In de huizen waar wij binnen mochten hingen –soms met parelmoer ingelegde- replica’s van Het Laatste Avondmaal en ik zag op verschillende plekken Maria beeldjes. In het midden van het dorp stond ook een mooie stenen kerk die ik graag van binnen had gezien, maar helaas gesloten was. Wel konden we er een kleine wandeling omheen maken, de Maria grot zien, en een praatje maken met de kleine kinderen die ons de hele middag volgden. Deze kinders, die allemaal shirts aan hadden van verschillende voetbalclubs, waren uiteraard het meest geïnteresseerd in onze favoriete clubs en spelers. Wij waren daarentegen het meest geboeid door het aparte speeltje dat ze bij zich droegen: een 10cm grote schorpioen aan een of andere plantenwortel, van angel ontdaan. Schijnbaar hadden ze de schorpioen een slang zien doodmaken en besloten daarna om zelf de schorpioen dan maar aan te pakken.


De bruiloft van deze maand was van een oud-klasgenoot en vriendin van mijn vriendin, die tevens ook mijn collega en werkgever is. Dat maakte het allemaal net een beetje anders, omdat wij dit keer uitgenodigd werden voor meer dan alleen het massa eetfestijn. Ik moet zeggen dat ook het eetfestijn dit keer trouwens een beetje anders was, want het werd letterlijk bij mij om de hoek gehouden. Ik moest die dag ’s middags nog moest werken, maar kon ik dus wel lekker uitgebreid lunchen en op mijn gemak terug naar huis wandelen. 
Hoe dan ook, dit maal waren wij ook bij het kleinere familie gebeuren. Eerst gingen we naar het huis van de bruid, waar de bruidegom haar op kwam halen. Een kleine groep familieleden en vrienden zat in de woonkamer en keuken te luisteren naar toespraken van de vaders van de pasgehuwden. Toen deze uitgesproken waren, beklom de bruidegom de trap naar het kamertje waar de bruid op hem wachtte. Een gewaagde bevrijdingsactie, die hij dan ook niet alleen ondernam. Op de voet gevolgd door de zwaar beladen cameraman, wist hij haar te vinden en naar beneden te escorteren, onder enthousiast applaus en onverstaanbaar gemompel van de gasten. Daar, in de woonkamer, was het allereerst zaak dat de bruid rondging om voor de familie thee in te schenken. Tja, hoe speciaal je je ook mag voelen op zo’n dag, je moet als vrouw natuurlijk wel in je rol blijven.


Hierna werden er sieraden geschonken aan de bruid, door haar moeder en grootmoeder. Nogmaals een korte toespraak en cadeau/foto sessie met ooms en tantes later, verplaatste de meute zich naar de bus die ons naar het huis van de bruidegom zou brengen. Naar Vietnamees gebruik moest de moeder van de bruid echter in tranen thuis achterblijven. Een vreemd gebruik dat nergens toe dient, maar ja, tradities zijn nu eenmaal tradities. Geen vragen stellen, gewoon volgen. Over volgen gesproken: als enige buitenlander werd ik de hele dag –van aankomst to vertrek– achtervolgd door een stel kinderen met camera’s. Deze mini paparazzi stelden ook geen vragen, maar kletsten slechts met elkaar over wie er de betere foto had van Meneer Westerling.
Op een korte pauze voor het verwisselen van een lekke band na – nota bene van de auto waar het bruidspaar in zat – verliep de hele vier uur durende busreis toch vrij rustig. In de late ochtend arriveerden wij bij een huisje in een achteraf gelegen dorpje, waar wij verwelkomd werden door de meest ongepaste muziek die je je maar kunt voorstellen (m.u.v. van death-metal misschien). Een vreselijke mix van house en pop schalde door de grote speakers op een volume waar ik serieus oordopjes voor heb ingedaan. Ook hier bestond de eerste taak van de bruid uit het bedienen van de gasten. Ditmaal schonk ze geen thee, maar deelde een zeer aparte versnapering uit; een blad met stukjes wortel van andere planten. Alle ingrediënten stop je in één keer in je mond, en dan is het kauwen maar.  Dit was schijnbaar een normaal gebruik voor oudere mensen, die het vroeger gebruikten als een middel om tanden schoon te houden. Je kunt er ook een lichte high van krijgen, maar in mijn geval werd ik er enkel misselijk van.  De bruidegom liep ook het rondje mee en bood iedereen sigaretten aan. De verdere handelingen waren vergelijkbaar met wat we eerder die ochtend hadden gezien: er werden toespraken gehouden, sieraden gegeven en foto’s gemaakt. Tot slot nam de moeder van de bruidegom het stel mee naar de slaapkamer waar zij die nacht zouden verblijven. De rest van de gasten mochten op dat moment aan tafel schuiven voor de lunch. 


Het leek alsof wij weer eens in ‘the middle of nowhere’ beland waren, maar toevallig stond dit huis nog geen twee straten van een wel heel bijzonder bouwwerk. Een enorm stenen geval, gebouwd in de 13e eeuw, omgeven door groen en een aantal kleine kerkjes. Op het eerste gezicht lijkt het de zoveelste tempel in Chinese stijl: een groot poortgebouw met drie doorgangen, gevolgd door een pleintje, nog een poortgebouw en weer een plein, en dan de daadwerkelijke tempel.  Maar als je goed kijkt, is er toch wat anders aan de hand. Er staat een groot kruis op de poort. Ook in de zijmuur zitten twee grote kruisvormige gaten. Een blik van dichterbij onthuld verder dat de reliëfen niet de standaard Chinese en Vietnamese wijzen/geestelijken/koningen tonen, maar Jezus en Maria. Dit is een kerk! 
Wegens tijdgebrek konden we er – tot mijn grote teleurstelling – niet lang blijven. Wij waren immers niet alleen hier gekomen en de andere gasten moesten nu de lunch verorberd was toch weer gauw terug naar Hanoi. Met een beetje tegenzin nam ik vlug wat foto’s en holde achter de rest van de groep aan, de bus weer in. In mijn gedachten zette ik deze plaats alvast op nummer 1 van plekken die ik nogmaals bezoeken wil wanneer ik terug in Vietnam ben. Voordat we dan uiteindelijk vertrokken was er natuurlijk nog wel tijd voor een uitgebreide foto sessie met het bruidspaar en de familie.

Goed, zelf was ik dus het liefst nog een dag daar gebleven, maar ook Dung en ik hadden al andere plannen voor die avond. In het grote stadium aan de rand van de stad, organiseerde MTV een benefiet concert. Nou ja, het was niet om geld in te zamelen, lijkt me, want de kaartjes waren gratis. Vandaar ook dat er bij de ingang veel mensen met handen vol kaarten liepen die ze aan je probeerden te verkopen. Leuk geprobeerd. Ik, Dung, Janak en Ngoc Anh hadden allemaal al lang van te voren gratis kaarten geregeld. En zo nog een paar duizend mensen meer. De tribunes zaten helemaal vol en ook op het veld was het aardig druk. Gelukkig maar, want het was zoals gezegd voor de goede zaak. Met dit “MTV Exit” concert wilde men aandacht vragen voor het probleem van mensenhandel. Na elke act werd er steeds eventjes een filmpje  getoond waarin een ambassadeur/ambassadrice van een stichting aan het woord kwam, of liet men beelden zien van een documentaire die later die week uitgezonden zou worden op MTV. Of het daadwerkelijk iets zal veranderen betwijfel ik nog, maar het is goed dat deze roep om aandacht er is geweest. Het verschil tussen arm en rijk is groot in Vietnam, en veel mensen zitten in uitzichtloze situaties. Vooral jongeren op het platteland die hun familie willen ondersteunen worden het slachtoffer van mooie praatjes over goede banen in China. Eenmaal daar worden hun paspoorten afgenomen en komen ze pas na vele jaren, of soms simpelweg niet meer, terug. Dat zijn dan nog de gevallen waarin de mensen min of meer uit eigen beweging vertrekken, maar ik heb ook verhalen over ontvoeringen gehoord.
Wat ik daarnaast nog wel apart vond aan deze avond is dat wij voortdurend indringend aangekeken werden door Ho Chi Minh, wiens enorme portret boven de tribune aan de overzijde (en daarmee achter het podium) hing. 


Het MTV concert had Simple Plan, Brown Eyes, “dinges” en “wie-ook-al-weer”. Stuk voor stuk natuurlijk geweldige artiesten, maar de beste muziek kwam toch van Divine Monkey Empire! Deze maand had de band van mijn huisgenoot een optreden weten te regelen op een grootse locatie: Hanoi Rock City, één van de betere uitgaansplekken in de stad. Zij maakten deel uit van de line-up bij het Synergy Live Event. Weliswaar geen solo-show dus, maar wel gaaf dat ze daar konden spelen. Leuk sfeertje, veel publiek, smakelijke cocktails. Toch zijn Dung en ik niet lang na de nummers van DME ["binnenkort"op YouTube] naar huis gegaan. Onze dag was al genoeg geweest.



Overigens waren zij niet de enige bekenden die ik die maand op het podium heb zien staan. Ik ben naar nóg een optreden wezen kijken, maar om het verhaaltje kort te houden, vertel ik daar een volgende keer wel over.