zaterdag 26 juni 2010

Het weerzien; schoonmoeders en scooters.

Sorry. Ik heb niet de tijd gehad om elke dag netjes te updaten, maar heb hier en daar wel genoeg momenten gehad om wat te schrijven. Vandaar dat ik u nu presenteer: alle avonturen van de afgelopen week!

Dag 1 (zaterdag, 19 juni)

Eindelijk was ik in Hanoi! Jammer genoeg was het enige ontvangst dat mij wachtte de constante vraag “You need taxi?”. Het maakt niet uit hoe vaak je weigert, als je zoekend blijft rondlopen, blijven ze het vragen. Ze hebben wel doorzettingsvermogen, dat moet ik ze nageven. Nou ja, lang heeft het gelukkig niet hoeven duren. Al redelijk gauw hoorde ik dan toch mijn naam, en zag Dung op mij af vliegen. Een vreemd gevoel, na 10 maanden van afwezigheid. De eerste paar minuten konden we elkaar slechts aankijken met eenzelfde blik van “we zijn echt weer allebei hier...”. Deze zaterdag bleek een beetje zo’n Murphy dag* te zijn, want later, terwijl we in een cafeetje op het vliegveld wat dronken, vertelde ze me dat haar ouders op dat moment bij haar thuis waren en we dus daar niet heen konden gaan. Tja, daar zat ik dan met al die tassen... Tot Dung op het idee kwam in de tussentijd gewoon naar de bioscoop te gaan. Zij kende een van de managers persoonlijk, en belde haar direct om te vragen of we onze spullen bij haar mochten achterlaten, wat inderdaad mocht. Na het wachten op/zoeken naar en vinden van onze taxi en de rit naar de bioscoop, bleven we natuurlijk nog wel een tijdje kletsen met eerdergenoemde manager. Tegen de tijd dat we konden gaan was het al ruim na vijven. Om half zeven – Vietnamese tijd – speelde Nederland tegen Japan, en hadden wij om zes uur bij het café afgesproken. Een film kijken zat er dus niet meer in. Dan maar wat potjes air-hockey in de arcade hal.

*d.w.z. zo’n dag waarop alles dat fout kan gaan, fout gaat.

Vuvuzela's in de bios... laten we hopen dat ze noooit de zaal in mogen
En om half zeven was het dus zover: de lang naar uitgekeken wedstrijd van de Lage Landen tegen het Land van de Rijzende Zon! Uit de broeierige hitte, naar een lekker koel café met koud bier en grote schermen. Ondanks dat de taxi die we in eerste instantie gebeld hadden wegreed met andere mensen, kwamen we precies op tijd aan: ze waren net begonnen met het volkslied op het moment dat we uitstapten. De wedstrijd op zich was niet bijzonder boeiend, maar het was wel erg gezellig met Aike, Nhung en andere vrienden van hen. Omdat we toch met een redelijk groot gezelschap waren besloten we in de rust naar het dakterras te verplaatsen, waar ze welliswaar geen airco hadden, maar wel meer ruimte en een ander projectie scherm. Dat betekende helaas wel dat ik ook mijn enorme koffer en tassen vier trappen op moest zeulen, want de bar telde drie verdiepingen. En ja hoor, we zaten er nog geen minuut of de beamer deed het niet meer... Er werd driftig aan gewerkt, maar men had geen idee waar het aan lag, dus moesten we ons weer een verdieping omlaag met de baggage. Ik had al bijna meer vocht gezweet dan ik met het lokale tapbier had kunnen compenseren. Desalnietemin heb ik dat wel geprobeerd, want het bier had een apart kruidig smaakje dat nadere inspectie behoefde. Na afloop van de wedstrijd hebben we met z’n allen nog wat eten besteld en gezellig nageklets met de volgende wedstrijd alweer op de achtergrond. Aan het begin van de avond waren er ook wat Japanners in de bar, maar die waren niet met ons mee verhuisd en we hebben ze verder ook niet meer gezien...


Dung en Nhung, met de speciale Holland-Japan sjaal
(gekocht net voor ik op Schiphol het vliegtuig in ging)
- Dag 2
Zondag hebben we allereerst maar eens goed uitgeslapen. Was wel weer even wennen, op zo’n Vietnamees bed:
Ja, dat zijn allemaal houten blokjes, bijeengehouden door een netwerk van plastic buisjes. Een dergelijke bovenlaag – ter grootte van een 2-persoons bed – maakt het matras – dat van zichzelf al harder is dan mijn bank, voor diegene die dat ding kennen – er niet bepaald zachter op. Maar alles went, en als dat eenmaal gebeurt is is het niet heel oncomfortabel meer. Na een licht ontbijt van tropisch fruit en lotuszaden zijn we meteen vertrokken, want we waren de avond ervoor namelijk door Nhung uitgenodigd om mee te gaan zwemmen. Ik ben helaas vergeten om foto’s te nemen van de buurt, die in sterk contrast stond met de omgeving. Het was namelijk geen openbaar zwembad, maar dat van een duur hotel/appartementencomplex in wat “International City” heet; een groots opgezette dure wijk met moderne hoogbouw. Nhung schijnde daar echter iemand te kennen, en zolang wij allemaal maar deden alsof we bewoners waren, was er niets aan de hand. Zodoende lagen wij enkele minuten later heerlijk te drijven in het koele water. Wat heb ik dat gemist! Het was niet eens echt druk; gezien de capaciteit van de gebouwen er omheen had ik veel meer mensen verwacht. In ieder geval, daar zijn wij tot een uur of zeven gebleven, waarna we ons met z’n drieën weer richting Dung’s huis begaven. Voordat we vertrokken besloot Dung echter dat het tijd werd dat ik – misschien in het kader van integratie – motor leerde rijden! Gewoon, even de straat op en neer en twee rotondes in de buurt meepakken. Het was daar sowieso erg rustig, en nu de avond gevallen was, was er helemaal amper verkeer. Hoewel het terugschakelen wat lastig ging, bleek al het andere wat erbij kwam kijken verassend eenvoudig. Voor de daadwerkelijke rit terug naar huis ging Dung toch maar zelf achter het stuur, al helemaal nu er 2 personen achterop moesten.

Stefke de motormuis
(en nee, da's geen sok aan m'n oor, maar een mondkapje)


Thuis voegde Aike zich ook bij het gezelschap en speelde we een door hem zelfgemaakte versie van “Who wants to be a Millionaire?” (in Nederland beter bekend als Weekend Miljonairs). Helaas, ik kwam niet verder dan de 500 (ik ging de mist in bij een vraag over voetbal... tja), maar ik mocht het gewonnen bedrag daadwerkelijk houden! Jawel, vijfhonderd Vietnamese đồng, oftewel... 2 eurocent dus. En daar hebben ze gek genoeg toch al papiergeld voor, hoewel ik ook een munt heb van 5000. Als slotronde mochten we het een keer met z’n drieën proberen, toen kwamen we tot 50.000 VND. Daar gaan we volgende week, wanneer we met z’n viertjes een weekend weggaan, ijs voor kopen.
- Dag 3
Maandag en dinsdag zou Dung ook vrij hebben, maar door een of ander probleem van langzame werkers moest ze maandagmiddag toch gaan werken. Ik dacht dat we dan alsnog ‘s ochtends wel uit zouden kunnen slapen, maar dat had ik mooi mis. Ze zijn namelijk het huis ernaast aan het herbouwen, en beginnen daar uiteraard om 7 uur ‘s ochtends al mee, waarbij men zoveel lawaai maakt dat geen mens er doorheen zou kunnen slapen. Dat komt vooral omdat ze met grote drilboren aan de slag gaan tegen de muur van de slaapkamer... De hitte was die dag al minder dan in het weekend, maar toch wordt je er gauw moe van. Toen de bouwvakkers van hiernaast rond de middag een uur of wat pauze hielden, viel ik dan ook als een blok weer in slaap, en heb verder weinig gedaan – op het schrijven van deze verhalen na. Over bouwen hier gesproken, het viel mij vorige keer dat ik in Vietnam was al op dat men steigers bouwde waar ik nog niet onderdoor zou durven lopen, laat staan erop werken, maar nu had ik eens een kans het van dichtbij te bewonderen. Wat een knutselwerk! Het merendeel van de palen zijn korte bomen of dikke takken, met hier en daar wat planken er dwars overheen gespijkerd. In het geval dat de palen te kort zijn, spijkert men er aan beide kanten gewoon een plank tegenaan om ze te verlengen. Of meerdere planken, als één alsnog te kort is. En dan is dit nog maar een klein huis. In de stad heb ik grotere stunts gezien, die ik moeilijk kan beschrijven zonder foto’s. Één ding is zeker; veiligheidsvoorschriften kennen ze hier nauwelijks. Heel opvallend vond ik trouwens dat de mensen (hiernaast in ieder geval) ook blijven slapen op het bouwterrein. In wat de woonkamer gaat worden liggen wat matten, aan de stutten voor het huis hangen verschillende hangers met kleding (waar ze die wassen weet ik niet, waarschijnlijk met de hand) en ‘s avonds brand er altijd nog licht. Misschien makkelijker vanwege de lange dagen die ze maken. Ik heb het Dung nog niet gevraagd.
- Dag 4
Dinsdag begon erg spannend, want schoonmoeder – die min of meer tegen onze relatie is, en dus ook niet op de hoogte is van het feit dat ik hier ben – zou langskomen om zeven uur ‘s ochtens. Ons eigenlijke plan was om voor die tijd het pand te verlaten, want Dung zou immers normaal gesproken toch naar haar werk zijn rond die tijd. Misschien omdat moeder haar dochter toch even wilde zien, kwam ze tot onze beider verbazing om half zeven al! Wat een dikke mazzel dat we nog niet bij de voordeur stonden om te gaan... Het nieuwe plan was als volgt: Dung zou met haar moeder meegaan naar de bank, daarna zou ze terugkomen en ging mam alleen naar de fietsenmaker. Op dat moment moest ik klaarstaan, en zodra Dung het sein gaf naar beneden komen, zodat we direct konden vertrekken. Wat een actie. We waren echter pas net de hoek om toen mijn vriendin mij vroeg of haar kamerdeur nog open was. “Ja”. Ik had daar geen sleutel van, en had er ook niet aan gedacht, maar er lag nogal wat bewijs in haar slaapkamer dat daar meer dan één persoon sliep. Wederom hadden we geluk; haar moeder was nog niet terug, dus ging zij gauw haar deur op slot doen terwijl ik buiten zicht wachtte. Gelukt! Wat een ontsnapping.
Daarna zijn we wezen ontspannen in de bios (Prince of Persia = eerste goeie game verfilming die ik gezien heb) en hebben we wat gewinkeld bij verscheidene straatwinkels en supermarkten. Nog nooit heb ik zoveel verschillende merken van LEGO-achtige producten gezien. Van de creatieve namaak tot de exactie kopie, ze hebben het allemaal. ‘S avonds nog even naar de kapper geweest, waar ik nota bene op aanraden van mijn vriendin ook een hoofdmassage kreeg van een meisje waar Dung voor mij naar had gevraagd (omdat ze zo’n zachte handen heeft, aldus D). Heel apart. Er werd veel gelachen tussen de dames, voornamelijk om mij; de eerste westerling die ze daar hadden gehad. Dat ie zelfs blonde wenkbrauwen heeft, en een zachte huid, en zo lang is, etc. Dung vertaalde veel, maar of het alles was? Volgende keer dat ik langskom krijg ik ook een gezichtsmassage...

Communistische propaganda: ook bij de kapper
Ah, en daarna gingen we bij het restaurantje ernaast wat eten. Voor degenen die mijn foto’s van en verhalen over Vietnamees eten van vorig jaar niet hebben gehoord; het is even wennen. Soms krijg je nogal rare dingen op je bord, en als die onherkenbaar zijn, mag je daar eigenlijk maar beter blij om zijn. Dinsdag had ik mijn eerste nieuwe gerecht geprobeerd van deze vakantie. Aan jullie de vraag: waarvan zijn die donkerbruine blokken op de volgende foto van gemaakt?
  • A: chocolade
  • B: een soort gefermenteerde bonen pasta
  • C: runderbloed
  • D: keutels van een of andere katachtige

Wie het goede antwoord weet, krijgt een speciaal souvenirtje!
- Dag 5
Woensdag was een bijzondere dag, want die dag heb ik (de twee straatjes op zondag niet meegerekend) voor het eerst echt op een ‘motorbike’ gereden en daarbij het verkeer van Hanoi getrotseerd! Wow. Het is één ding om achterop te zitten als Dung ons door de chaos heen werkt, maar zelf zo’n ding besturen is heel wat anders. Nu kon ik helaas geen foto’s maken van de enorme ladingen die sommige mensen op hun scooters weten te balanceren, maar het is zo gaaf zelf te rijden, dat ik me daar niet zo druk om maakte. Gelukkig had ik eerder van Aike al een belangrijke les gekregen; jij bent hier verantwoordelijk voor alles wat vóór je gebeurd. Wat jij doet, is daarmee dus de verantwoordelijkheid van degene die achter je rijdt. Je moet dus als een gek anticiperen, en vooral breed blijven kijken, want tig straten kennen geen verkeerslichten en mensen kunnen van alle kanten de straat op komen. Ook voetgangers steken – zij het langzaam – gewoon tussen het verkeer over. Nog een eigenaardigheidje: grote t-splitsingen hebben ook geen verkeerslichten. Wil je afslaan, de doorgaande weg op/af, zul je dwars door het verkeer van de andere rijbanen heen moeten. De eerste keer had ik geluk, want toen ging een bus dezelfde kant op, dus kon ik daar lekker achter schuilen bij het oversteken – als gazelle achter een olifant, als het ware. Andere keren heb ik het alleen moeten doen. Nou ja, wat is alleen in Hanoi... je bent altijd met een handvol mede weggebruikers die dezelfde manouvres maken, al maakt dat het er niet altijd makkelijker op. Ook wel even wennen is het feit dat je aan alle kanten ingehaald kan en zal worden, al dan niet onder luid getoeter voor het geval je ze niet aan zag komen.
Hanoiaans verkeer bij dag / nacht
Na een gezellige late lunch in een Westerse stijl lunchroom/bakkerij, zijn we nog wat wezen rijden, om uiteindelijk naar Aike en Nhung te gaan voor wat drankjes en fruit. Zoals eerder gezegd gaan we volgende week met z’n vieren weg, dus moesten we ook nog wat dingetjes regelen m.b.t. de heen- en terugreis. Van Aike heb ik ook nog een waterbestendig gemaakte kaart van Hanoi gekregen, die zeer van pas gaat komen in mijn ontdekkingstochten door deze stad. Tegen de tijd dat we terug gingen naar huis was het al zo laat dat er nauwelijks meer verkeer op de weg was, dus konden we lekker vaart maken. Altijd alert blijvend, dat wel. Want regelmatig zitten er flinke deuken/kuilen – soms zelfs gaten – in het wegdek waar je gevaarlijk van zou gaan stuiteren als je erin terecht komt. Voor jullie geruststelling: Dung en ik zijn beide helemaal heel. Ik heb mijn vuurdoop succesvol doorstaan, al zeg ik het zelf.
- Dag 6
Binnen gezeten om nansenhokuba.blogspot te maken, en verder te schrijven aan deze verhalen. We wilden Nederland-Kameroen nog wel kijken, maar dat was pas om 01:30 vrijdagnacht, voor Vietnamese tijd. Had op zich gekunt, als we vroeg waren gaan slapen, maar helaas... Ik ben in ieder geval erg blij dat zowel Nederland als Japan door zijn! Nu heb ik weer wat meer wedstrijden om naar uit te kijken. Misschien komen ze elkaar nogmaals tegen, wie weet. Oh, en ik heb nu een telefoon. Mijn Japanse kon niet gekraakt worden, dus had Dung besloten om maar direct een nieuwe te kopen van één miljoen! Goed, dat is alsnog maar 42,50 euro (ongeveer) en omdat zij – als het goed is – deze straks ook in Nederland kan gebruiken, delen we de kosten, maar toch een aanzienlijk bedrag, gezien het feit dat ik daags van tevoren telefoons had gezien van driehonderd duizend. Hoe dan ook, ik ben nu in ieder geval wat makkelijker bereikbaar voor haar en andere vrienden die ik wellicht nog ga maken gedurende de komende twee maanden.
- Dag 7 (vrijdag, 25 juni)
Het begon zo goed als hetzelfde als gisteren: slapen, internetten en schrijven. En toen kwam mijn vriendin thuis met heel wat tassen aan fruit en een bos bloemen. Dat vroeg om een uitleg. Morgen (ik bedoel zaterdag, wat voor mij technisch gezien al vandaag is), zo legde ze uit, is het de 15e dag van de maand volgens de maankalender – waar men zich in Vietnam nog aardig veel mee bezig houdt. Dat is de dag waarop offers gebracht worden op het altaar van de voorouders. Voordat ze het avondeten ging koken, begon ze echter eerst de offerschaal met fruit klaar te maken. “Maar, morgen is het toch pas offerdag? Waarom ga je dan nu al de schaal voorbereiden?”, vroeg ik. “Nou, ik mag niets hebben vóór de voorouders, dus als ik nu voorbereidingen doe, kan ik de rest eten!” zo luidde het weloverwogen antwoord. We waren nog niet klaar met eten of we hadden al weer gasten, dit keer een vriend van Dung’s middelbare school, die afscheid kwam nemen voordat hij voor twee jaar in het buitenland ging studeren. Ook in dit geval werd ik geinstrueerd niet te vertellen dat ik hier sliep, maar bij een vriend elders in de stad, mocht hij ernaar vragen. Gelukkig bleef hij maar een half uurtje, want bijna het hele gesprek verliep zoals verwacht in het Vietnamees, waar ik nog geen woord van begrijp.
Daarna vertrokken wij zelf ook direct, voor een avondje karaoke! Achteraf gezien had ik me er waarschijnlijk wel iets te veel van voorgesteld, toen ik het beeld van Japanse karaoke in mijn hoofd had. Helaas was ik mijn caera vergeten mee te nemen dus jullie zullen het moeten doen met mijn beschrijvingen. Althans, tot we een volgende keer naar karaoke gaan, dan zijn er gegarandeerd foto’s en filmpjes! Hoe dan ook, ik mocht ons weer naar de club rijden, zoals nu gebruikelijk is als we samen ergens heengaan en ik niet gedronken heb. De “X-Men Club”, wel te verstaan. Ondertitel/motto: “Beautiful Life”. Even veelzeggend als nietszeggend. Wat dat betreft verschilde het nog niet veel met Japan. De apart te huren kamers met twee tv’s, banken en eten & drinken en een veel te luid volume kwamen me ook erg bekend voor. Maar dan het karaoke gebeuren zelf... Ze hadden Vietnamese nummers, Chinese, zelfs Koreaanse, maar jammer genoeg geen Japanse. Wat betreft hun selectie Engelse nummers, laat ik zeggen dat die ‘beperkt’ was. Daarmee bedoel ik dat ze enkel liedjes hadden van mijn ouders’ tijd (of daarvoor) en dan nog niet eens de grote hits die ik ken. Terwijl ik toch graag en vaak naar 60s, 70s en 80s muziek luister. Ook het samenstellen van een playlist loopt hier iets anders dan in Japan. Daar neem je gewoon een draadloos touchscreen apparaat waar je je nummers opzoekt op artiest of titel, in de gewenste taal, klikt deze aan, en voila het staat in de lijst. Hier zoek je nummers op in een boek, gesorteerd op titel, en schrijft deze op een blaadje dat je buiten de deur aan iemand die het weer aan iemand anders geeft die in controle is over wat er op tv verschijnt in alle karaoke ruimtes.
Hoewel ik er niet zeker van was dat ik alle coupletten kende, leek het mij erg leuk om wat klassiekers te zingen, en schreef zodoende een tiental nummers op mijn blaadje. Na een uur of wat geluisterd te hebben naar Vietnamese geblabla, met enkel Wonderful Tonight als nummer dat ik zelf uitgekozen had, hield de muziek plots op en verscheen er een enkele zin op het beeldscherm. “Zoek nieuwe nummers uit” zo vertaalde mijn vriendin. Blijkbaar waren alle nummers die wij uitgezocht hadden, voorbij gekomen. Niet dus! Misschien dat ze consequent onze blaadjes kwijt raakten, of een computer storing hadden, maar ook de tweede poging Engelse nummers ten gehore te kunnen brengen leverde slechts één liedje op (Oh Carol). Pas de derde keer, aan het eind van de avond, kreeg ik zowaar meerdere uitgekozen nummers op onze tv. Dat was natuurlijk niet het enige verschil met Japan. De videoclips daar mogen vrij willekeurig zijn wanneer ze de rechten ervoor niet hebben, maar hier gebruikten ze voor het gemak gewoon een foto, of niets als achtergrond. Hadden ze wel een video, dan sloeg die 9 van de 10 keer nergens op. Zo werd “Wonderful Tonight” bijvoorbeeld vergezeld door beelden van een live optreden van Madonna. Zo ook “Tears in Heaven”, maar dan een veel ouder optreden. Alleen “Dancing Queen” had een videoclip die daadwerkelijk bij het nummer hoorde. Over de Vietnamese nummers kan ik natuurlijk weinig zeggen, maar het lijkt me toch ongemakkelijk als je een witte achtergrond gebruikt om witte tekst op weer te geven. Niet dat je per sé op die tekst hoefde te letten, want meer dan eens klopte deze toch niet met wat er gezongen werd – in het Engels dan. En koos je een nummer dat welliswaar in het boek stond, maar ze toch niet bleken te hebben, kreeg je het beste wat ze ervan konden maken. “Under the bridge” werd zodoende “Under the broadway”, wat een Vietnamees nummer bleek te zijn. Oh, en wat ik later pas opmerkte: op een van de muren stond in grote letters “Happy Birthday!”. Wij hadden de verjaardagskamer, blijkbaar. Mijn laatste commentaar op de karaoke – ik moet het toch even kwijt – gaat over het bier. Ik had een veel bekwamere bestuurder naast mij zitten, dus ik dacht ‘een paar biertjes moet kunnen’. In mijn misplaatste poging in te burgeren vraag ik om Hanoi Beer. Werkelijk ongelooflijk. Het was gewoon zó warm, dat de ijsklontjes die ik daarna bestelde, smolten, resulterende in lekker waterig en nogsteeds lauw bier. De mooie groene Heineken flesjes die tien minuten later volgden, waren gek genoeg ijskoud. Waarom? Ik heb werkelijk geen idee.
Al vroeg op de avond was merendeel van ons gezelschap vertrokken. Begonnen we met een man of twaalf, na enkele uren bleven er slechts vijf over. Deze vijf besloten na het beëindigen van de karaoke avond nog gezellig wat te gaan eten/drinken in het hotel van één van de groepsleden. Een heel erg duur hotel. Meneer hoefde maar met zijn vingers te knippen en de obers stonden naast je stoel. De groepsgenoot in kwestie was de broer van de officiële hoofddistributeur van een of ander motorolie product en had het blijkbaar breed. Alles zou op zijn rekening komen. We hebben uiteraard beleefd geprotesteerd, maar hij stond erop. Goed. Ik had niet echt veel honger, maar zag dat er pizza op de menu kaart stond, met een aanbieding van twee gratis bier. Mag ook wel voor die prijs – voor Vietnamese begrippen – maar toch een aanbod dat ik niet af kan slaan. Zoals jullie wel zullen begrijpen heb ik me op de terugweg laten rijden. ;) Al met al een zeer geslaagde avond. Nu even gauw dit overzetten naar blogspot, de foto’s uploaden, en dan heb ik het nog op vrijdag ge-update, zoals ik sommigen gezegd had.

3 opmerkingen:

  1. Hey hey,
    leuk blog :D
    ff snel het antwoord:
    C!!
    Mijn bron zegt trouwens dat het varkensbloed is.. dus wat is het..?! :D
    Maarja iig C dus, en vergeet dat souvenir niet he ;)!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik gok idd ook op bloed... :P

    Klinkt in ieder geval gezellig allemaal. Chaos is ook een lifestyle! ;)
    Doe de groetjes aan Dung en Aike!

    P (& E)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hey Steven. Leuk dat ik op deze manier je belevenissen kan volgen. Kijk goed uit in het verkeer he!! (ja ja, een te verwachten reactie van een bezorgde moeder...).
    Ben heel benieuwd wat er gebeurd als de ontsnappingspogingen aan je "schoonmoeder" niet meer lukken. Ik ga ook voor antwoord C. Vind het niet erg als het een fout antwoord is. Je zou immers toch al een souvenirtje meebrengen. Groetjes aan Dung. Liefs mam xx

    BeantwoordenVerwijderen