donderdag 1 juli 2010

Voedsel en voetbal

Dag 8 (zaterdag, 26 juni)
Net zoals vorige week ben ik ook dit weekend weer naar het zwembad gegaan, waar ik nu min of meer zwemleraar ben geworden voor Dung en Nhung. Ook dit keer besloten we dat het leuk zou zijn om met z’n vieren wat te gaan eten, maar omdat Aike nog hard aan het werk was toen wij het zwembad verlieten, gingen wij voor het voorgerecht alvast naar een van de oevers van Hồ Tây (West Meer). Wederom heb ik toen mijn grenzen verlegd wat betreft motorrijden: ik heb gereden met twee passagiers achterop – er was maar weinig verkeer in dat gebied die avond – en heb daarnaast ook gereden over onverharde wegen tussen de lotusvelden, in het schijnsel van de (bijna) volle maan. Met een “als zij het kunnen, kan ik het ook”-houding, manouvreer ik tegenwoordig al redelijk vlot door de chaos van de Hanoiaanse spitsuren. Het is echt een aanrader voor wie van spannend houdt; geen twee ritten zijn hetzelfde. Nou gaat dat natuurlijk voor rijden in Nederland ook wel op, maar met al onze verkeersregels gaat het toch allemaal wel erg kalm en gemoedelijk. Niets van dat alles in Hanoi. De enige regel die ze hier ook kennen is die van een rood verkeerslicht = stoppen. En zelfs dat nemen ze met een korreltje zout. Verkeerslichten hier hebben namelijk een teller erop, die je precies verlicht wanneer het licht weer op rood – danwel groen – springt, en twee seconden na rood/voor groen is er altijd nog een handvol bestuurders die even doorrijdt, of alvast optrekt, wat het kruispunt veranderd in een wirwar van scooters die elkaar toeterend ontwijken. Eigenlijk precies zoals ieder kruispunt zonder verkeerslichten dus. Ook rotondes zijn een beetje anders. Dit zijn geen mooie cirkels met één of twee wegen er omheen en drie of vier toegangswegen, maar grote pleinen met ongeveer in het midden een groot - met betonblokken afgezet - gebied waar je omheen zult moeten en verkeer dat van alle richtingen tegelijk zich een weg baant over het altijd bezette asfalt. Het is als een achtbaanrit zonder G-krachten.
Maar goed, na een kort ritje kwamen we dan uit op een dijk aan de oever van het West Meer. Een erg populaire dijk, zo bleek, want werkelijk overal stonden scooters, stoelen, kleedjes en knuffelende stellen. Met de geur van lotusbloemen komende van de ene kant, en de schitterende lichtjes over het water aan de andere, kan je ze ook moeilijk ongelijk geven; ‘t is een mooi plekje, ‘s nachts. Overdag ben ik er nog niet geweest, maar waarschijnlijk mist het dan toch een deel van z’n charme. “’s Nachts is Hanoi op haar mooist” zei Dung laatst. “Ja, omdat je er dan minder van ziet” dacht ik hardop. Maar daar was zij het ook wel mee eens. Na een tijdje eten en kletsen vond Aike ons en reden we door naar het eerste goeie restaurant dat nog wel open was – en een scherm had voor voetbal, natuurlijk. Daar hebben wij vervolgens de tweede helft kunnen kijken van Uruguay – Zuid Korea en zijn wij na net iets te pittig eten (serieus, alsof ik nog niet genoeg zweette) allen tevreden huiswaards gekeerd.

Snackfood op z'n Vietnamees
- Dag 9
Zondag hadden we vroeg op moeten staan – enkele vrienden zouden namelijk bij ons komen lunchen (om 11 uur ‘s ochtends...) –, maar dat hebben we niet gedaan. In plaats daarvan hebben we ons gewoon gehaast. Naar de altijd fascinerende markt om de hoek, waar tientallen vrouwen onder parasols en rieten hoeden in de bakkende hitte hun fruit en groente aanbieden in grote draagmanden. Waar de verse vissen nog liggen te spartelen op eenzelfde manden, en de garnalen hopeloze pogingen doen uit de plastic tassen van kopers te blijven. De markt waar de grote hompen onherkenbaar rood vlees en veel te herkenbare dooie kippen naast elkaar liggen op de ruwe houten tafeltjes... Zonder sterke maag kun je hier maar beter niets meenemen.

De slager
Eenmaal thuis werd alles gekookt/gebakken, aan reepjes gesneden en klaargezet voor het smulfestijn. Er was in principe maar één gerecht, maar ieder was vrij dit samen te stellen naar eigen inzicht: het is nem cuốn. Een soort rauwe loempia, zeg maar. Voor degenen die in Leiden wonen, de Asia2Go heeft ze ook. Goed kans dat ze daar echter anders genoemd worden, want de mensen die de zaak runnen zijn Vietnamezen uit het zuiden en we zitten hier in het noorden. Oh ja, en bovendien staan ze op de kaart alleen in het Engels als ‘rice wraps’ of zoiets, geloof ik. Dat terzijde. Na het eten gingen we nog wat thee drinken in de woonkamer, maar daar werd het zo stil dat ik mijn/Dung’s gitaar heb gehaald en gespeeld tot ik haast blaren op m’n vingertoppen had staan. Toen we erachter kwamen dat ik helaas toch veel te weinig meezingers in mijn repertoire heb voor de huidige groep toehoorders, stelde Dung voor om allemaal naar de bios te gaan. Fantastisch! Om vele redenen ga ik hier graag naar de bioscoop. Ten eerste omdat ik dan weer mag rijden, wat ik leuk blijk te vinden. Ten tweede omdat het een goeie bios is die nieuwe films draait in grote zalen met comfortabele stoelen. En niet te vergeten: het kost je maar de helft van een bioscoopkaartje in Nederland. Bij nader inzien had ik het beter in omgekeerde volgorde kunnen zetten, maar zo zit er een soort climax in. Helaas, eenmaal daar aangekomen bleken ze voor de eerstvolgende voorstelling enkel nog stoelen te hebben op de voorste rij, en latere films waren voor onze vrienden – wegens andere afspraken – niet haalbaar. Toen hebben we eerst wat met ze gedronken en zijn Dung en ik alsnog naar de film geweest van een uur later. Toy Story 3(D), best vermakelijk.
Op de terugweg vroeg Dung of ik naar de supermarkt wilde. Nou, daar had ik eigenlijk weinig behoefte aan, maar toen ze me vertelde dat ze daar heel veel Japanse producten hadden wilde ik best even een kijkje nemen. Het bleek een winkel van redelijk formaat, vol importproducten. Inderdaad erg veel uit Japan, maar ook wat dingetjes uit Korea en China natuurlijk en hier en daar wat uit Amerika of Europa. Zoals bijvoorbeeld Nederlandse kaas – uit Gouda en Edam – en Belgisch bier; Leffe blond/bruin en Duvel.
Het was allemaal wel een beetje duur...
Nee, dit waren natuurlijk niet echt dollars. Men bedoelde gewoon 500.000 VND. Maar serieus, sommige dingen waren behoorlijk aan de prijzige kant, zelfs ver voorbij wat je normaal zou achten voor import producten. Zoals 3,50 voor één appel. Of wat te denken van €22,- voor nog geen 300g kersen? Voor dat zelfde bedrag kun je ook 16 pakken kippenpoten kopen!

- Dag 10
Zowaar zelf gekookt! Rond een uur of zes kreeg ik een sms van mijn vriendin dat ze naar huis kwam, en ineens besloot ik dat het tijd was om het gasfornuis te testen. Met wat restjes rijst en mie van vorige dagen, plus wat ham en een beperkt assortiment groenten – er lag wel veel in de koelkast, maar ‘t was me allemaal zo vreemd dat ik het meeste ook daar heb laten liggen - heb ik een lekkere pan yakimeshi weten te maken. Het is een éénpansgerecht, maar je moet ergens beginnen hè. Zodra ik meer verstand heb van de Oosterse groenten kan ik wat gaan experimenteren. Na dit geslaagde keukenavontuur was het al bijna tijd voor de wedstrijd Nederland-Slowakije, dus haastten wij ons richting het huis van Aike en Nhung, waar wij deze zouden kijken. We waren een klein beetje laat... maar gelukkig hadden de teams zich wat ingehouden voor ons; in de eerste vijf minuten waren er nog helemaal geen goals gescoord! Al zo’n beetje bij binnenkomst werd ons gevraagd wat voor pizza we wilden bestellen. Eh.. tja, we hadden eigenlijk net gegeten, maar er is bij mij altijd ruimte voor een extra pizza! Enfin, een goed half uur later zaten we gezellig met bier en pizza’s voor de tv te juichen voor Oranje. Ik ben verder geen voetbal commentator, dus een beschouwing van de wedstrijd laat ik achterwege. Hoewel sommigen al bij aanvang van de wedstrijd op het punt leken te staan in slaap te vallen, zijn we na afloop toch nog de straat op gegaan voor een extra drankje. Het moest gewoon even gevierd worden.
- Dag 11
Dinsdagmiddag kreeg ik (want Dung was werken) bezoek van een busje vol met koffers, dozen en tassen vol spullen. Oh, en de eigenaren daarvan; Aike en Nhung. Omdat zij heel binnenkort op vakantie gaan en binnen afzienbare tijd het land voor een lange tijd verlaten, hebben zij hun woonruimte opgezegd en zijn tijdelijk bij Dung komen wonen. Ik heb weer eventjes huisgenoten. Later die middag, na een paar uurtjes – vast en zeker nodige – rust, maakte Nhung wat kroepoek, in afwachting van Dung’s thuiskomst. We schijnen het in Nederland ook te hebben – en dat geloof ik ook wel – maar ik had het nog nooit zelf gezien; de dikke schijfjes ‘beslag’(? Hoe noem je dit?) die de pan in gingen om flink in flink wat olie een paar maal zo groot te worden. Gelukkig had ik niet veel gesnacked. Om Dung te bedanken voor het verschaffen van onderdak trakteerden A&N ons die avond namelijk op een heerlijk etentje bij een Indisch restaurant. Na de uitgebreide maaltijd zochten we weer een ander tentje op voor een laatste drankje. Langs het Trúc Bạch Meer vonden we er uiteindelijk één met tv, zodat we terloops nog de wedstrijd Japan-Paraguay konden volgen. Wat een slaapverwekkend saaie strijd was dat. We zijn nog tot het eind van de tweede helft blijven zitten, maar toen ze aan de verlenging begonnen zijn we toch maar naar huis gegaan. Op penalties zou Japan verliezen, dat garandeerde Aike. Zijn theorie over penalties ondersteunde dat volledig en na acht schoten op doel kreeg hij dan ook zijn gelijk. Een theorie die ik jullie overigens niet wil onthouden, dus bij deze: Landen met meer religieuze devotie winnen, omdat men daar allemaal bidt, rituelen uitvoert en/of zich anderzijds met magie bezighoudt om het schot te beïnvloeden. Of het effect hiervan toe te schrijven is aan het bidden/de rituelen zelf, of aan het feit dat de spelers zich gesteund voelen door god en vaderland en hieraan kracht ontlenen – die bij spelers uit sterker geseculariseerde landen ontbreekt – is vooralsnog onduidelijk, maar het werkt wel.
- Dag 12
Een hele kalme dag, met eigenlijk niets bijzonders om over te schrijven, dus om wat op te vullen ga ik het over de kat hebben. In het kort. Hij heet Cún, wat in het Vietnamees een typische (schattige) hondennaam schijnt te zijn. ´T is echt een kat, maar nogal een grote, vandaar. Toen ik hier de eerste paar dagen rondliep rende hij steeds weg zodra hij me zag aankomen, maar mettertijd is het een behoorlijke aandachtstrekker gebleken. Soms blijft ie de hele dag weg, maar sinds een tijdje loopt ie constant om me heen te miauwen voor een nekmassage. Af en toe ging hij zelfs rustig op mijn voet liggen terwijl ik in de keuken stond te praten. Ondanks dat katten graag rondstruinen, moet hij de laatste tijd veel binnenblijven vanwege de verbouwing bij de buren. Ik wil niet zeggen dat Vietnamezen rare mensen zijn, maar... Dung wil dat Cún niet naar buiten gaat omdat ze bang is dat de bouwvakkers hem anders zullen vangen voor wat extra vlees op het menu. Dat zie ik Nederlanders in ieder geval toch niet gauw doen.
- Dag 13
Goed, de week is nog niet voorbij, maar ik sluit hem bij deze wel af, want vanavond gaan we naar Sapa en dat wordt natuurlijk een verhaal op zich. Gisteravond was iedereen – minus de schrijver – dan ook druk bezig met inpakken. Vandaag moest er echter ook nog een hoop gebeuren. Vooral Aike en Nhung hadden een druk programma, waarop o.a. het versturen van hun huisraad en scooter stond. Vanochtend deed Aike een dappere poging al hun spullen in de gebruikelijke Vietnamese stijl te vervoeren, maar helaas; zonder een stevig rek bleken de zware dozen niet te balanceren. Althans, je zou er een eind mee komen, maar uiteindelijk zou het toch vallen, dus werd er toch een taxi gebeld.
Vanmiddag hebben we de vissen nog van een gewisse dood gered. Een dag of twee geleden was het waterpeil wat gezakt, dus vulden we het bij. Gebeurt wel vaker, met die temperaturen hier verdampt er nogal eens wat. Gisteren was het weer een aardig eind gezakt, dus vulden we het weer bij. Ook vanochtend weer. Rond een uur of twee kwam Dung thuis en was een derde van het aquarium alweer leeg! En er lag een hele grote plas water over de vloer rond de trap en keuken. “Sh***t, een lek”, was de eerste gedachte. Na lang zoeken bleek de filter in het pompje echter verstopt, waardoor het water niet meer in, maar juist uit het aquarium werd gepompt. Mooi dat we dat nu ontdekten, want als het een paar uur later pas overstroomd was, zou de hele bak waarschijnlijk morgen al droog staan. Het zijn zo’n leuke vissen… Putin, Bush, Obama.. de rest ken ik niet bij naam. Ik weet wel dat één van de naamloze visjes een enorme racist is. Een klein licht-oranje visje jaagt namelijk altijd achter de grote zwarte vis aan.
Nou, het wordt tijd dat ik ga inpakken. Tot volgende week!

1 opmerking:

  1. Hey Stevie!
    Spannende verhalen weer allemaal!
    Klinkt in ieder geval gezellig. Wel een beetje vreemd dat bouwvakkers katten blijken te eten, maar ja...
    Ben benieuwd naar het vervolg! Doe de groetjes aan Aike en Dung & co.!
    Pyke

    BeantwoordenVerwijderen