Het was een mooie zondag
in April, dus ik lag lekker uit te slapen, toen de telefoon ging. Het was Dung.
Maar net op het moment dat ik de telefoon opnam, hing zij op. Slaapdronken keek
ik naar mijn mobieltje en zag dat zij me tien minuten eerder een sms'je had
gestuurd. "Ik sta voor de deur, kun je alsjeblieft open doen?" Ze had
al die tijd staan wachten! Dus ik spring in een broek, ren de trap af en open de deur. Niemand ... Ik
open de poort ook maar, want soms staat ze even om de hoek, maar ook daar:
niemand. Verbaasd haal ik mijn telefoon uit mijn zak en bel haar. "Weet je
welke dag het vandaag is?" giechelt ze. Je raadt het wellicht al. 1 April,
de dag der gekken, is ook in Vietnam voor sommigen het moment om flauwe grappen
uit te halen. Met 'sommigen' bedoel ik in dit geval 'mijn vriendin'.
Geen maand gaat hier voorbij zonder een bruiloft. Dit maal was het weer 'ns familie van mijn vriendin. Zeker twee van de aardigste familieleden die ik tot nu toe heb ontmoet (en ik heb toch wel zeker 90%+ van de familie ontmoet). Het was dan ook een gezellige receptie, met een heel aantal bekende en natuurlijk ruim 300 onbekende gezichten. Als enige buitenlander in de groep was ik weer bijna ingehuurd als Engels docent voor iemands zoontje, maar dat heb ik weten te ontwijken door éénmaal de telefoon niet op te nemen. Blijkbaar was het dus ook niet zo dringend.
v.l.n.r.: ik, mensen, bruidspaar, Dung, mensen. |
Twee maanden na Thung Nai
("Kokosnoot Eiland") werd het tijd voor een nieuwe weekendtrip met de
V.A.C. Jammer genoeg was onze groep dit keer erg klein, dus besloten we er een
dagtripje van te maken. Ik, Dung, Mark en Hanh (onze voornaamste organisatoren)
gingen naar een poppenmakersdorp. Één van Vietnam's culturele tradities is het
opvoeren van een bijzonder poppentheater, dat zich geheel in het water afspeelt.
Men gebruikt daarbij een een klein gebouwtje waar, achter een doek of scherm,
de poppenspelers staan. De houten poppen voor het scherm worden door hen met stokken
bediend. Na enkele uren rijden kwamen wij bij het dorp waar dit soort poppen
nog steeds gemaakt zouden worden. Het bleek toch wel lastiger te vinden dan we
dachten. Het kostte ons een paar rondjes door een wijk en een tiental mensen
die tegenstrijdige instructies gaven om uiteindelijk bij een winkeltje voor
mobiele telefoons uit te komen. Daar werden we door het huis geleid naar de
open plaats erachter, waar een vriendelijke man druk bezig was een houten visser bij te vijlen. -Bestemming bereikt-! Er was, zo bleek, slechts één huis in
dit plaatsje waar men nog met de hand dit soort poppen maakte: het huis van de
meester. De man aan het werk was diens zoon, die samen met een neef de boel
draaiende hield. Ze maakten en schilderden de poppen en oefenden ermee in het
basin in de schuur. De winkel was echter
wel nodig gebleken om de inkomsten aan te vullen. Toch was dit niet zomaar een
poppenmaker. De inmiddels 88 jarige meester is verschillende malen beloond met
(o.a. nationale) cultuurprijzen. Hij was schrijver van de toneelstukken, maker
van de poppen én speler. Dat laatste heeft hij dus overgedragen aan de volgende
generatie; tegenwoordig houdt hij zich zelf enkel nog bezig met het schrijven. Toen
wij hem kwamen bezoeken, was er toevallig een dag eerder nog een cameraploeg
geweest van een lokaal TV-station.
ook hier kon een pop van Hồ Chí Minh niet ontbreken |
In zijn kamer, waar wij
hem spraken, had hij tientallen poppen aan de muur hangen en op kasten staan. Sommigen
gekleed in een zeer simpele lap stof, sommigen met rijkelijk geborduurde,
kleurrijke kleding. Dankzij onze immer betrouwbare tolken was hij in staat
enthousiast te vertellen over de verschillende karakters die dezen voor moesten
stellen. In feite allemaal Jan-Klaassens (figuren uit volksverhalen) uit China
en Vietnam, waarvan enkele specifieke namen hadden en anderen stereotypen belichaamden.
Natuurlijk waren er ook dieren te vinden: een aantal vissen, paarden, een olifant en een draak. Het maken van één pop kost ze drie dagen tot een week,
afhankelijk van de details. Toen de man eenmaal klaar was met vertellen,
besloot Mark 2 poppen te kopen. Handgemaakte stukken, die daadwerkelijk
gebruikt zijn. Afdingen hebben we in dit geval dan ook maar niet gedaan; die
paar tientjes per pop was het meer dan waard.
impromptu acteerspel |
Op de terugweg passeerden
we een handvol gespecialiseerde dorpjes waar iedereen dezelfde producten leek
te maken: een wierookdorp, een vogelkooitjes dorp, een meubel-makersdorp, etc.
Langs beiden kanten van de weg stond het dan over een flinke afstad vol met
bijv. wierookstokken die lagen te drogen, of mensen die bezig waren riet te
vlechten. Bij de waaiermakers zijn we eventjes gestopt, maar omdat het
lunchtijd was waren er geen werkplaatsen te bezichtigen. Eenmaal in Hanoi
maakten we nog een korte omweg naar een messenmakers/-slijperswijk, waar men op
dat moment wel flink aan het werk was. Rijdend door de steegjes kon je aan alle
kanten vonken zien; een boeiend gezicht en een aardig kabaal. Elk huis bewerkte
één type lemmet. Aan de de wat grotere straten zaten dan de verkopers, die een
selectie van verschillende typen messen aanboden (ingekocht bij een handvol
families). Dung kocht er een hele verzameling scherp spul, ikzelf hield het bij
een slijpsteen om ons keukengerei mee te kunnen onderhouden.
de graftombe van de Vader des Vaderlands, waar dagelijks duizend mensen op bezoek komen |
Als afsluitende
activiteit deze maand besloten we een dagje te gaan rijden langs de rivier. Hà
Nội, in het Chinees
geschreven als河內, betekent immers "binnen de rivieren"; de dichtstbijzijnde is de
Rode Rivier. Geen van ons had deze rivier ooit gevolgd, dus het was hoog tijd
voor een tochtje. Zeven mensen, drie scooters, geen plan. We gingen gewoon
langs de oever west-waards rijden en wat we verder die dag zouden doen lieten
we aan het moment over. Ik heb geen idee hoeveel kilometers we gemaakt hadden
tegen de tijd dat we eindelijk stopten voor een tapbiertje, maar er was zo'n
twee uur non-stop gereden. IJskoud bier voor maar 15 cent per glas, dat ging er
wel in! Met het oog op de verkeersveiligheid toch maar bij 1 gehouden.
meer bier volgde nog wel bij de lunch, een uur later |
Op dat moment besloten we ook dat we wel ver genoeg gekomen waren, en omdat
omdraaien en dezelfde weg terug nemen ons niet zo interessant leek, stapten we
een klein eindje terug op een veerpont, die ons luid brommend en kuchend naar
de andere kant van de rivier bracht. Van daaruit zijn we weer richting de grote
stad gereden, met een tussenstop voor lunch. Aan de noordkant bleek het overigens
een stuk mooier te zijn qua natuur. Veel meer groene velden en plantages. In de
vlakte van het rivierlandschap, met de blauwe lucht boven ons leek het heel
eventjes op thuis.
als rijst gras was, tenminste |
Tijdens onze uitgebreide lunch werden we uiteraard lange tijd door de
andere gasten aangestaard. Een groepje mannen dat bezig was met de middagdienst
'dronken worden' was bijzonder geïnteresseerd in die westerlingen met
Vietnamese dames. De vriendin van mijn huisgenoot, wiens uitzicht jammer genoeg
dit groepje betrof, werd er zelfs wat ongemakkelijk van. Op een gegeven moment kwam
één van deze mannetjes - een patserig type met grote ketting - naar onze tafel
om samen met mij een biertje in één slok weg te drinken. Het gebruikelijke
kennismakingsritueel. Dat ben ik inmiddels wel gewend. Daarna volgde de ietwat
ongebruikelijke uitnodiging tot een potje armpje drukken. Hij had inderdaad
vrij stevige armen, en de grijns op zijn gezicht deed me vermoeden dat hij toch
even zijn kracht meten moest (lees: demonstreren wilde) met een buitenlander,
vooral in het bijzijn van vrouwen. Vooruit dan maar. We namen plaats aan het
tafeltje tussen onze beiden groepen in en gingen van start: 1-0 voor Stefke. Hij
lachte en maakte me duidelijk dat we dat nogmaals moesten doen. Prima: 2-0 dan.
Hiermee vond ik het wel voldoende, dus schudde vriendelijk zijn hand en ging
verder met mijn lunch. -Like a Boss-. Toen we weer vertrokken riep hij mij nog
even bij zich, want hij had wat om in mijn oor te fluisteren. In het
Vietnamees. Ik begreep enkel dat het over vrouwen ging, knikte, lachte, stak
mijn hand op in een groet en reed maar gauw aan. Dronkemanspraat in een taal
die ik toch niet versta boeit me weinig.
Tot slot een drankje
genomen in Commune, een uiterst relaxte huisbar/restaurant aan het West Meer. Een
prachtig uitzicht vanaf het terras, een goed samengesteld menu, erg
vriendelijke eigenaar, én draadloos internet maken het de ideale plek om even
bij te komen van een drukke dag. Het is dan ook de plek waar ik nu dit verhaal zit
te schrijven. Op dagen zoals deze zou ik haast denken dat Hanoi zo erg nog niet
is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten