Posts tonen met het label familie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label familie. Alle posts tonen

donderdag 26 juli 2012

het Tam Đảo menu

Juni 2012, Hanoi

Het is lastig een begin te maken voor dit verhaaltje, want er is niet veel gebeurd deze maand. Zou dat het juist niet makkelijker maken? vraag je je wellicht af. Wel, ja en nee. Ik twijfel of ik de kleine dingetjes überhaupt noemen moet, of dat ik ze beter geheel weg kan laten. (…) Aha! Een kort moment voor mezelf op de porseleinen troon gaf mij plotselinge inspiratie. Een combinatie van verveling en behoefte aan creativiteit deed mij besluiten dat ik een menu ga schrijven ter ondersteuning van de anders vrij saaie chronologische verhaallijn.

Drank
“Spontane Skates”          
Op een warme namiddag deed Dung mij het voorstel om naar de rollerhal te gaan. Het was nooit eerder ter sprake gekomen en geen van ons beiden bezit rolschaatsen , maar die dag gingen we er zomaar even heen. Dat laatste was niet zo’n probleem, want je kon bij de rollerhal gelukkig rolschaatsen huren. Helaas deden wel meer mensen dat. De warmte, plus de matige service van de verhuur (‘pak schoen, zet schoen op plank, geef schoen aan volgende persoon’), zorgde voor een zware onsmakelijke zweetlucht die de hele balie omgaf. Het eerste paar rolschaatsen dat ik aan wilde trekken was zowaar nog nat van binnen, dus toen heb ik maar even om een ander stel gevraagd. Het rolschaatsen zelf was verder wel leuk. Er waren aardig wat mensen, maar er was genoeg ruimte om nog een beetje snelheid te kunnen maken. Had ik al gezegd dat het warm was? Als je dan flink gaat bewegen, ga je ook flink zweten. Na een uur waren we dus wel klam genoeg om ermee te stoppen. 


Ondanks de hitte – en niet te vergeten, de stank – was het ons erg goed bevallen. Ik vond alleen wel dat rolschaatsen erg ongemakkelijk waren, vergeleken met wat ik mij herinner van mijn oude inline-skates. Dung en ik hebben het er eventjes over gehad en besloten spontaan diezelfde avond nog inline-skates te gaan kopen. Na een paar telefoontjes vonden we een goede sportwinkel die bereid was voor ons de deuren te openen. Het was al tegen tien uur ’s avonds, maar de eigenaar was ook nog eens zeer behulpzaam en wist waar hij het over had. Uiteindelijk kwamen we thuis met twee paar skates, twee sets bescherming (hand, elleboog, knie) en twee DC rugzakken speciaal voor onze skates. Dat alles voor slechts 142,50 euro. Nou moesten we er ook wel gebruik van gaan maken natuurlijk. Het was inmiddels half één ’s nachts, en wij trokken de hele uitrusting aan en gingen de straat op om te oefenen. En de volgende nacht. En de nacht daarop. En verschillende nachten in de weken daarna. Het was tof. 

 
“De Leeuw”
Hoewel menig Nederlands elftal fan geprobeerd zal hebben het snel te vergeten, was er zoiets als een ‘Europees kampioenschap’ voetbal in juni. Genoeg Nederlanders in Hanoi was hierin geïnteresseerd en dus werd een locatie geregeld waar we de eerste wedstrijd met z’n allen konden gaan kijken. Om de echte Hollanders te lokken waren er zelfs gratis hapjes. Twee dozijn mensen in oranje kleding, flinke biertorens, een groot scherm… ja, de stemming zat er goed in. Er was zelfs een lokale cameraploeg aanwezig om wat mensen te interviewen. Toen viel de eerste klap: ‘ons’ dream-team verloor van de Denen met 0-1. Wat minder enthousiast, maar met goede hoop, namen Dung en ik vier dagen later plaats op een terras vlakbij huis. Het was half twee ’s nachts en wij waren haast de enige mensen daar. Dit café bleef voor elke wedstrijd van het EK open en had ook een groot scherm geïnstalleerd buiten. Net na aanvang van de wedstrijd tegen onze oosterburen druppelden er nog wat meer mensen binnen; sommigen voor Nederland, sommigen voor Duitsland (allemaal Vietnamezen, dat wel). Voor een tijdje was het spannend, maar helaas. De tweede klap kwam hard aan: Oranje verloor weer, 0-2. Er was nog één kansje; de wedstrijd tegen Portugal. Persoonlijk had ik op dit punt de moed al opgegeven, toen plots de eerste Nederlandse goal gescoord werd. Euforie alom! Zou Nederland dan toch naar de volgende ronde kunnen? Nee. Portugal scoorde tweemaal en daarmee was het EK voor ons voorbij. Dung en ik hebben zo nu en dan nog stukjes van andere wedstrijden gezien op TV, maar voetbal boeit ons beiden weinig. Het wachten is op het Wereldkampioenschap van 2014.  

Voorgerechten
“Kinderdag”
De eerste dag van juli was het Dag van de Kinderen in Vietnam. Voor mij betekende dat kijken naar een optreden van Dung’s nichtje en alle kinderen uit haar buurt, gevolgd door heel wat foto’s nemen. Bijna alle vrouwen van de familie waren er: Dung’s zus, haar twee dochters (één die dus een liedje zong en één die pas een half jaar oud is) en haar schoonmoeder. Iedereen wilde met de baby op de foto. Oh, behalve dat ene meisje dat met de buitenlander (ik) op de foto wilde.

“Dierentuin”
Na het rolschaatsen stonden Dung en ik op de parkeerplaats van de rollerhal om onze handen te wassen. Daar ontdekten wij een deur in het hek die ons directe  toegang verschafte tot de dierentuin van Hanoi. Even twijfelden we, toen zijn we naar binnen gegaan. Het was exact zoals ik vreesde: kleine kooitjes met betonnen vloeren, nauwelijks of geen planten en vies water. Een mooi park, dat wel. Veel bomen, bloemen, een meertje enzo. Een aantal van de grotere dieren had meer ruimte gekregen, maar dat neemt niet weg dat de anderen er toch wel triest bij zaten.

“Slakjes”
Het was al weer veel te lang geleden dat ik ongebruikelijke dingen gegeten had. Wat een blije verassing was het dan ook, toen ik uitgenodigd werd om met Dung, een collega en één van haar zussen slakken te gaan eten bij een straatrestaurantje vlakbij. Één heb ik er geprobeerd, verder heb ik mij beperkt tot de veel te vette frietjes en nog wat onherkenbaars dat ook droop van het vet maar toch enigszins eetbaar was. Bij thuiskomst heb ik zelf alsnog maar wat gezonds gekookt. Ik voelde me eerlijk gezegd een beetje vergiftigd door het spul waar ik niet naar had gevraagd.

Hoofdgerecht
Tam Đo
V.A.C. trip! Op wat de laatste reis zou worden met de Vietnam Adventure Club waren we slechts met vijf mensen. Toch ontbrak er wat mij betreft maar één iemand: mijn vriendin. Zij was op dat moment op een – door haar bedrijf betaalde – vierdaagse reis naar Japan. Op de universiteit waar wij beide gestudeerd hebben, mocht zij een presentatie gaan geven over de werkgelegenheid in Vietnam (voor Vietnamese studenten die Japans spreken). Ze had me uitgenodigd om mee te komen, maar enkele honderden euro’s voor een lang weekend vond ik toch wat overdreven. Nee, dan liever voor een tientje twee dagen naar de bergen

Zoals altijd was de reis alleen al erg leuk. Het laatste stukje tenminste, het eerste is altijd maar lange vervelende snelwegen. Bochten en bergen daarentegen, dat is een geweldige combinatie. Deze waren beter dan op alle vorige reizen, omdat er zowaar vangrails geplaatst waren en in alle onoverzichtelijke bochten schone bolspiegels stonden. Schone spiegels. Dat moet even benadrukt worden omdat ik op andere plaatsen ook wel spiegels gezien heb, maar die eruit zagen alsof ze gecamoufleerd waren als boomschors. Op de dag van aankomst was het jammer genoeg erg mistig, dus kon er nog niet genoten worden van het uitzicht dat een dorp op deze hoogte ons te bieden had. Jammer, want om eerlijk te zijn; veel meer had het dorpje eigenlijk ook niet te bieden. Op de motor reden we in vijf minuten om de gehele bebouwde zone heen en een wandeling erdoor is in een kwartiertje wel te doen. Maar moet er perse iets te “beleven” zijn? Elke nieuwe plaats die ik bezoek is een belevenis. De voornaamste reden dat wij elke maand de grote stad verlaten, is om rust te zoeken. En rust, dat kun je in Tam Đo (nog) vinden. Ik ben echter wel benieuwd hoe het zou zijn in het hoogseizoen. Het hele dorp bestond zo’n beetje uit hotels en restaurants. Allen voorzien van -hoe kan het ook anders?- karaoke bars. Een beetje vreemd hoor, als je ’t mij vraagt. Iedere hoek is weer een déjà vu: overal waar je langsloopt wordt je vriendelijk gevraagd plaats te nemen op hun stoeltjes, en alle straatverkopers handelen in exact dezelfde waren. De vrouwen die rondlopen met manden vol houten poppetjes, stuiterballen en andere prullaria. De vrouwen op motoren die allemaal bananen en xu xu (een groente) verkopen. Het geeft Tam Đo een apart sfeertje.

De eerste middag hebben we maar een beetje geluierd. Een lunch, een rondje om dekerk, een dutje. Gewoon de spullen in onze kamers van het mooie hotel gedumpt en rondgesnuffeld in de paar straten die het dorp rijk is. Zoals gezegd duurde dat niet heel lang (de enige plek die de moeite van het bekijken waard was, was de kerk), maar gelukkig vonden we nog een trap naar een waterval. Een stuk of honderd treden, geflankeerd door kleine stalletjes met souvenirs en niet echt goedkope drankjes, leidden ons naar een smal stroompje water. Hoog, ja, indrukwekkend, nee. Meer nog dan de teleurstelling dat de “waterval” niets voorstelde, vond ik het jammer dat de plas waar het geval in eindigde zo vervuild was. Het gele schuim aan de randen en het plastic flesje dat er in dobberde, leken mij geen ideale achtergrond voor een foto shoot. Toch dacht de Vietnamese jeugd daar blijkbaar anders over. Lachend liepen zij door de poelen voor een paar plaatjes. Misschien is het een kwestie van gewenning.

De volgende dag begonnen wij al vroeg aan de afdaling. De heerlijke afdaling. Simpelweg de motor in neutraal zetten en een duwtje geven is voldoende om in volle snelheid naar beneden te razen. (Met “volle snelheid” bedoel ik natuurlijk “gepaste snelheid en oplettendheid”, mam, pap.) Iets leukers is er haast niet. In alle stilte met vaart bochtjes kunnen nemen en ook nog eens benzine uitsparen! Het is trouwens niet zo dat wij nu al weer naar huis gingen. Aan de voet van de berg ligt een beren opvangcentrum waar wij een rondleiding gepland hadden. Dit ruim opgezette park, gerund door de stichting Animals Asia, is speciaal voor kraag- en honingberen. Ik wil eigenlijk hier niet ingaan op waarvan deze beren gered moeten worden, maar geloof me: het moet. Deze dieren worden wreedheden aangedaan die geen mens met gezond verstand zou kunnen verzinnen. Het aantal beren in gevangenschap is in Vietnam (naar schatting) meer dan honderd maal zo groot als het aantal in het wild. Gelukkig is hier in Tam Đo een mooie locatie ingericht om geredde beren er weer bovenop te helpen: ruim, schoon, met veel groen en wat speeltoestellen. Bovendien hebben ze er ook een operatiekamer voor medische bijstand. Toegang tot het park is gratis, dus om toch een beetje het gevoel te krijgen een bijdrage geleverd te hebben, kochten we allemaal een T-shirt (of meer) in het souvenirwinkeltje.

Op weg maar weer! Maar we gaan nog naar huis, nog langer niet, nog langer niet… Volgende bestemming: tempel. Geen van ons wist hoe die heette, of waar deze precies zou moeten liggen, maar het zou om een hele grote gaan. En jawel, na een tijdje rijden zien we in de verte een groot oranje dak verschijnen boven één van de heuvels. Eenmaal wat dichterbij blijkt het verbazingwekkend rustig. Geen wonder, want we zaten op de verkeerde plek. Dit was een klooster voor monniken in opleiding; de tempel die wij zochten lag nog een eindje verderop en was nog wat groter. Een korte rit later arriveerden we bij een grote parkeerplaats in de buurt van een aantal grotere gebouwen. Ik zeg “in de buurt van”, want om bij de daadwerkelijke tempel te komen zou je nog een twee uur durende wandeltocht af moeten leggen. Dat zagen mijn reisgenoten op dat moment helaas/gelukkig niet zitten. De kans was groot dat als we dit tochtje zouden afleggen, we dan op de terugweg naar Hanoi in het donker zouden moeten rijden, en dat staat hoog op de lijst van ‘onverstandige dingen die je kunt doen op een Vietnamese snelweg’. In plaats daarvan nuttigden wij een vers suikerrietsapje, alvorens huiswaarts te keren.

Één ding wil ik nog kwijt en dat is een kooktip. Van mij? Nou ja, eigenlijk van de man die we op de parkeerplaats spraken. Stel, je gaat met de motor weg om ergens te picknicken en wilt warm eten hebben. Je hebt alleen geen bakjes om iets in warm te houden en geen materiaal om op je bestemming me te koken. Wat dan? Dan kook je gewoon terwijl je rijdt! Men neme: voedsel (deze man had bijv. rundvlees bij zich), aluminiumfolie, kippengaas en twee stukken ijzerdraad. Je wikkelt het eten in de aluminiumfolie, legt dit op het gaas en bindt dit gaas vervolgens tegen de uitlaatpijp van je motor. Na 20 minuten rijden is je vlees gaar. Of was het na 20 kilometer? Ik ben dat een beetje vergeten. Voor de motorrijders onder mijn lezers: gewoon uitproberen en laat het me weten!


 Nagerechten
“Dineetje”
In tegenstelling tot wat sommigen van mijn lezers van mij denken, kan ik wel degelijk koken. Om dit voor mijn vriendin te bewijzen, ging ik eens even flink boodschappen doen en een mooie maaltijd op tafel zetten. We hadden afgesproken om zeven uur. Echter, omdat ik haar ondertussen goed kende, begon ik een half uurtje daarvoor pas met koken. Zoals ik had verwacht kwam ze een half uur te laat en had daarna nog tien minuten nodig om zich klaar te maken voor dit etentje. Vrouwen… *theatrale zucht*. Maar goed, toen stond er uiteindelijk toch wat lekkers klaar: een flinke zalmmoot, spaghetti overgoten met een champignonroomsaus (met gepeperde uitjes en een hint van witte wijn), een tonijnsalade met Italiaanse dressing en stukjes mozzarella, en een glaasje wijn voor erbij. 


“D.M.E.”
De laatste dag van juli werd er weer een grote live muziek avond georganiseerd door Hanoi Rock City: Northern Exposure. Na het grote succes van hun laatste show mocht Divine Monkey Empire ook ditmaal weer op komen draven. Wat een avond! Het regende alsof de zondvloed eraan kwam. Werkelijk waar, ik had in tijden niet zoveel water tegelijkertijd uit de lucht zien vallen. Zelfs met paraplu werden we zeiknat van de paar meter tussen de voordeur en de taxi. Er zaten dan ook maar weinig mensen op de anders zo populaire buitenplaats van HRC. Niet dat het binnen drukker was dan normaal; blijkbaar kwamen veel mensen gewoon liever niet door de regen. De muziek was er natuurlijk niet minder om en met het juiste gezelschap was het gezellig, weer of geen weer. 


donderdag 10 mei 2012

Maart = Taart

Maart 2012, Hanoi
Maart, zoals van de titel af te leiden valt, was een feestelijke maand.
Ten eerste was er de verjaardag van 'mijn' (mijn vriendin's) nichtje, die 7 jaar werd. Het was een heus kinderfeestje! Oh de herinneringen die dit naar boven bracht. Kinderen uit de buurt met feestmutsjes, een taart met slechts één cijfer erop, het gekwek van al die kids, de zakjes met snoep en fruit die ze allemaal mee naar huis kregen... Voelde ik me wel even oud door zeg. Natuurlijk was niet alles hetzelfde als in mijn 'jeugd'; wij gingen vroeger naar het zwembad, zij gingen na het eten naar karaoke. Klein cultuurverschil, maar zeker niet minder gezellig. De kinderen werden door pap (met z'n vieren op één scooter en zonder helm, uiteraard) iets eerder naar huis gebracht, terwijl de volwassenen het laat maakten met een paar extra biertjes. 


Meer karaoke volgde later in de maand, toen het studie programma op één van de scholen waar ik werk ten einde liep. Ik, een andere leraar, en een handjevol studenten vierden dit op de gebruikelijke manier; meezingen met hele oude Engelse nummers die vreselijk waren verkracht om copyrights te omzeilen(?). Om even een voorbeeld te noemen: "The Green Green Gras of Home" van Tom Jones - een nummer dat ik graag zing als ik in een melancholische bui ben - had het ritme van een tango en werd op de achtergrond meegezongen door een vage vrouwenstem. Om te laten zien dat ze het meenden, was ook de videoclip een sjiek gekleed stel dat een tango danste. Veel beter werd het daarna niet, want de stroom viel uit. "Even wachten, we hebben zo weer stroom", verzekerde de knul die er werkte ons. Wij lieten ons echter niet zomaar in stilte zitten, en dus pakten enkele studenten hun telefoons om daarop liedjes af te spelen die we mee konden zingen. Toen ook van de mobieltjes de batterij het begaf zijn we zelfs nog een tijdje a capella doorgegaan, maar de kennis van de tekst liet ons al gauw in de steek. Uiteindelijk zijn we dus toch maar vertrokken.

Voor goede muziek moet je sowieso niet naar karaoke gaan, dat weet iedereen die er eens geweest is. Nee, daarvoor ga je naar The Divine Monkey Empire (Het Hemelse Keizerrijk der Apen, in het Nederlands)! "Wat is dat nou weer?" hoor ik je denken - met toevoeging van enkele minder mooie woorden, afhankelijk van wie dit leest. D.M.E. is de naam van de band van één van mijn huisgenoten. De naam is enkele keren veranderd, maar aangezien ze tegenwoordig optredens hebben in de stad, ga ik ervan uit dat ze het hierbij houden. Één huisgenoot is de tekstschrijver, zanger en gitarist, de broer van mijn andere huisgenoot de drummer, en een extra vriend is 2e gitarist en back-up zanger. Zij hadden in maart hun eerste live optreden in een klein cafeetje, dat nog kleiner leek door het grote aantal mensen dat was komen kijken en luisteren. Het was een geslaagde avond, zoveel is zeker. April was rustig voor ze - voornamelijk gevuld met oefenen en nummers schrijven - maar deze maand (mei) gaan ze wederom het podium op: ditmaal in Hanoi Rock City, dé hippe uitgaansplek voor live muziek. Normaal ga ik daar met Dung en Jan (huisgenoot) heen om naar anderen te luisteren, maar nu dus eens niet. Misschien dat ik een nummer film en op YouTube zet, dan weet je tenminste waar ik het over heb. 

Ze spelen voornamelijk punk-rock, en da's oud, vandaar de sepia kleuring...
Rond het midden van de maand ontving ik een doos. Een doos uit Nederland, tot de rand gevuld met allerlei lekkernijen waaraan het de winkels in Hanoi ontbreekt. Overlevingsvoedsel, zoals een hoop zakjes Cup-a-Soup, instant aardappelpurree en rijkgevulde muesli. Snoepgoed, zoals Engelse drop, chocolade paaseitjes en stroopwafels. En niet te vergeten, Hollands broodbeleg: hagelslag. Naast dit alles (en meer) zat er één bijzonder doosje in wat ik nog even noemen wil. Dat doosje wat namelijk gevuld met tabletjes "mint-wasabi-lavendel" tandpasta. Nee, dat is geen typefout. Het waren kleine pilletjes gemaakt van mint, wasabi en lavendel, die je als tandpasta moest gebruiken. Wel fris enzo, maar ik kreeg toch het gevoel dat ik zojuist iets gegeten had en dus mijn tanden opnieuw moest poetsen.


 En tot slot, aan het eind van de maand... oh wacht! Dit hangt samen met een bijzondere gebeurtenis aan het begin van de maand, waarover ik nog niets gezegd hebt. Nog even geduld, dan schrijf ik een extra verhaaltje dat zeker de moeite van het lezen waard is. 

WORDT VERVOLGD

vrijdag 6 april 2012

Nog een nieuwjaar

Januari 2012, Hanoi
Januari... het begin van het nieuwe jaar.Twee maal. Hier in Vietnam loopt naast de voor ons bekende Gregoriaanse kalender namelijk nog een andere: de maankalender. En die kwam op 22 januari (onze kalender) tot een eind. We zeggen tijdelijk vaarwel aan alle konijnen en katten* en verwelkomen de draken. Dat was weliswaar bijna aan het eind van de maand, maar ik heb in januari nu eenmaal bijzonder weinig uitgevoerd. Zo'n beetje alles draaide deze maand om Tết; het Vietnamese nieuwjaar. Het is, volgens alle Vietnamezen die ik gesproken heb, het belangrijkste feest van het hele jaar. Dat bleek o.a. wel uit de twee weken vakantie die de school mij gaf. Onbetaald natuurlijk, maar toch wel aardig, vergeleken met die enkele dag dat ik vrij kreeg voor het westers nieuwjaar (en geen vrij met kerst). Bijna iedereen keert rond deze tijd van het jaar terug naar zijn of haar ouderlijk huis, of het huis van het oudste familielid (aan vader's kant, uiteraard) waar de hele familie bijeenkomt. Er wordt veel gegeten, veel gedronken, en veel gebeden. Tempels barsten uit hun voegen van de mensen die er wierook op willen steken. Maar daarover allemaal later meer.

*(de meeste Aziatische landen hebben een dierenriem waarin een konijn voorkomt, maar in Vietnam heeft men in plaats daarvan een kat.)

Lang leve De Partij! (en oh ja, gelukkig nieuwjaar!)

De hele sfeer in de stad veranderde tijdens Tết. Een week of twee voor nieuwjaar verschenen er overal langs de kant van de weg boompjes: mandarijnboompjes (of soms heuse -bomen), perzikboompjes met roze bloesem en perzikboompjes met gele bloesem. Het voelt een beetje als het halen van kerstbomen; iedereen neemt hier een nieuwjaarsboom. Het merendeel van de mensen neemt een boom met kluit. Vandaar dat er ook plots veel meer pottenverkopers op de stoepen te vinden waren dan gewoonlijk. Ook wij hadden een perzikbloesemboompje in de hal staan, gekregen van Dung. Deze heeft ruim anderhalve maand in bloei gestaan, en begint nu vruchten te krijgen. Wellicht dat we binnenkort op ons terras van eigen fruit genieten!

In Dungs huis stond ook wat: een enorme mandarijnboom die haast tot het plafond reikte. Cadeautje van de recentst aangetrouwde schoonzoon voor Dung's ouders, die waarschijnlijk het gevoel had dat hij iets moest bewijzen. Ik durf er niet aan te denken hoeveel die boom wel niet gekost moet hebben. Wij (ik en Dung) hadden een wat bescheidener cadeau: een orchideeën-bloemstuk. Orchideën zijn blijkbaar ook enorm populaire nieuwjaarsplantjes, want deze werden in honderden tegelijk verkocht. Wij haalden de onze in een grote hal vol bloemstukken met enkel orchideeen (paarse en witte), waar een tiental mensen constant bezig was nieuwe te maken.

En hoe vervoer je een boom? Juist, op je scooter.

Zoals ik al zei is Tết een belangrijk familiegebeuren, dus was er mid-januari ook voor Dung's familie een bijeenkomst gepland in het plattelandshuis van haar ouders. Veel mensen daar had ik al eens eerder gezien en de sfeer was vrij ontspannen. Het verliep volgens het standaard patroon: alle vrouwen (op de ouwe omaatjes na) waren druk bezig in de keuken, in de tuin of bezig met het voorbereiden van het altaar, terwijl de mannen wat kletsten en thee dronken. Gezien de taalbarriere was dit even ongemakkelijk als altijd, dus ging ik na mijn eerste kopje thee maar even in de tuin rondstruinen. Toen men de offergaven had bereid en klaar was met bidden, kon iedereen beginnen met eten. Tijdens de maaltijd zaten mannen en vrouwen ook apart, en werd er heel veel sterke drank geconsumeerd door de mannen. Eveneens en bekend tafereel. Zowat na elke hap eten werd er weer geproost. Iedere oom wilde eventjes met mij het glas heffen, wat inhield dat ik dus tien kopjes geleegd had in de tijd dat zij ieders één keer wat dronken. Het zijn weliswaar kleine kopjes, maar als ze telkens tot de rand toe gevuld zijn met 40% alcohol (mijn kopjes tenminste... dat van sommige ooms leek verdacht halfvol), voel je je al snel een stuk lichter in je hoofd. Dat ik het Vietnamees nog niet beheerste maakte al gauw ook weinig meer uit. Wat een gezelligheid.


En nog één!

Naast 'familie bezoeken' staat er nog een ding op ieders te-doen lijst, namelijk 'tempels bezoeken'. Van te voren was mij al verteld dat Hanoi uitgestorven zou lijken tijdens Tết. Wat er niet bij gezegd werd, is dat dat niet zozeer komt vanwege de tijdelijke migratie naar buiten de stad, maar omdat iedereen die in Hanoi woont gedurende enkele dagen bijeenkomt op slechts een handvol plaatsen. De rust op de wegen was geenzins zo groot als de chaos om en nabij de verschillende 'belangrijke' tempels. Het was een haast onvoorstelbare drukte. Een soort spitsuur, maar dan van 's ochtends tot 's avonds. Als je je crowd-surf techniek wilt oefenen, is dit de ideale plaats en tijd: hoewel ik het niet geprobeerd heb, kon je er waarschijnlijk wel letterlijk over de koppen lopen. De grond was in ieder geval nauwelijks begaanbaar, als je niet verdrukt wilde worden door mensen die koste wat kost wat geld naar de boeddha's en heiligen wilde gooien. Bij alle grote tempels stonden zeeën van scooters (2), gevolgd door rijen van tafels waar allerlei offergaven (2) - met name nepgeld, nepbloemen en tig soorten wierook- verkocht werden of door (soms in traditionele kleding gehulde) oude mannetjes gekalligrafeerde amuletten gemaakt konden worden.
Geld wordt echter niet alleen aan goederen en geesten besteed rond nieuwjaar. Een andere uitgavepost is "geluksgeld"; een bedrag (meestal tussen de 7 en 18 euro) dat in speciale envelopjes aan kinderen gegeven wordt. Zelfs ik kreeg nog een paar van zulke envelopjes!


Drukte waar zelfs de Efteling alleen maar van kan dromen.

Oh, en nu ik het toch over mijn 'geluk' heb; even terug naar de chaos van tempelbezoeken. Één van mijn vele ergernissen in het verkeer hier - en dat zijn er echt heel veel - is dat zo veel idioten over de stoep scheuren als het verkeer op de straat te druk wordt. Treurige bijkomstigheid: de politie kan het niets schelen.* Zoals te verwachten viel, werd de stoep ook gebruikt als een extra rijbaan tijdens het nieuwjaar. Ik als voetganger moest met grote moeite de neiging onderdrukken om elke @#$%^ op zijn/haar gezicht te meppen wanneer ze weer eens rakelings langs mij en mijn vriendin reden. En zoals altijd was ik stilletjes ook weer aan het bidden dat zij allen een ongeluk kregen. Of het nu puur toeval was, een kwestie van telekinese/The Force, of een ingreep van Boven weet ik niet, maar op een fortuinlijk moment reed de zoveelste lul mij voorbij op de stoep, en raakte plots een kuiltje. Hij wiebelde even heen en weer op z'n scooter, maar verloor uiteindelijk de controle over het stuur en smakte met zijn gezicht tegen boom. Bravo, en danku. Ik applausiseerde deze stunt en voelde mij daarbij fantastisch. De boom bleef ongedeerd (de scooter landde vóór de boom, alleen de bestuurder ertegen), dus het leek alsof er eindelijk een beetje gerechtigheid was. Dung zei dat ze me in lange tijd niet zó vrolijk had gezien. Goed kans dat dat waar was. Het verkeer is het enige in Hanoi waarvan ik durf te zeggen dat ik het echt haat, dus dit ene kleine ongelukje (de bestuurder stond ook gewoon weer op hoor, zonder wonden) was het leukste dat ik in de afgelopen maand gezien had.
*(over het verkeer en de politie kun je resp. HIER en HIER meer lezen)


zoals ik al zei: druk

Overigens, de nieuwjaarsnacht zelf was niet heel spectaculair. Vuurwerk wordt hier schijnbaar niet aan particulieren verkocht; alleen de overheid mag dingen opblazen. Dus 's avonds even voor twaalf verzamelde de lokale bevolking zich op de paar plaatsen (voornamelijk de meren) waar de lucht wel verlicht zou worden met kleurrijke explosieven. Enkele weken eerder had ik gezien dat men aan een kant van het West Meer bezig was met het bouwen van twee grote met mozaïek betegelde draken. Dit was nabij een pleintje aan de grote weg, dus leek het mij een logische locatie voor het afsteken/bekijken van vuurwerk. Nee, mijn vriendin wist wel beter. Ze had geen idee waar het vuurwerk afgestoken zou worden, want waar dat vorig jaar was wist ze niet meer, maar het was vast niet dáár. Uiteindelijk stonden wij dus exact aan de andere kant van het meer toen het allemaal de lucht in ging. Niet heel bijzonder. De vuurwerkshow van het
zomerfestival in Beppu (een relatief klein plaatsje in Japan, waar ik gewoond heb) was zeker tien keer zo groot. Er was weinig variatie in ieder geval, en we stonden nogal ver weg. Na afloop wilde ik toch even kijken bij de draken, want ik vermoedde dat die niet zomaar daar geplaatst waren. Het was immers het begin van het Jaar van de Draak, en ik kon me geen beter moment bedenken om die beeldjes in te wijden dan op oudjaarsavond. Wat bleek? Dáár was die avond het grote vuurwerk afgestoken. Het was er inmiddels niet al te druk meer, dus namen we de tijd om onszelf op de foto te laten zetten met de draken. Dat bleek jammer genoeg niet echt mogelijk, omdat niemand de vaste hand had die nodig was om 's nachts foto's zonder flits te maken met mijn camera.

Één van de draken

Dan maar weer naar huis rijden. Of toch niet? *cue dramatische muziek* Niet dus. Mijn band was lek. Er was nergens een glasscherf of spijker te zien waar ik geparkeerd had, maar desalnietemin zat er in mijn band geen lucht meer. Heel eventjes hebben we gezocht naar iemand die er een nieuwe binnenband op kon leggen, maar dat was op dat tijdstip natuurlijk hopeloos. Over naar Plan B: lopen. Vier kilometer lopen. En dit is geen lichtgewicht aluminium fiets waar je op je gemakje naast wandelt met één hand aan het stuur. Dit kreng moet je duwen. Ongeveer een uur later kwamen we lichtelijk bezweet bij mijn huis aan. Flink wat calorieën armer en een ervaring rijker. Al met al was het een geslaagde avond.

woensdag 18 januari 2012

Een scooter, een huis, een baan (of twee)

[Voorwoord]Het is voor mij niet gemakkelijk om een blog bij te houden. Een verhaal schrijven dat interessant genoeg is om te lezen kost moeite, en na een dag lesgeven en thuis nieuwe lessen voorbereiden, kan ik die moeite meestal niet opbrengen. Dat wil niet zeggen dat ik het vergeten ben, of dat er hier niets gebeurd dat het vertellen waard is (dat laatste is zeker niet waar), maar het vergt energie en tijd; dingen waaraan het mij regelmatig ontbreekt. Oh, en laten we niet vergeten: ik ben lui. Laat ik dus geen valse beloften meer maken aan jullie of mezelf ("ja, volgende week heb/maak ik tijd, dan ga ik wat uploaden"): ik zal misschien één keer in de twee maanden een fatsoenlijk stuk bloggen. Foto's komen waarschijnlijk wel eerder online, ofwel op de Picasa site (zie blog) of op Facebook.

Oktober 2011, Hanoi.Mijn leventje in deze metropool ging behoorlijk vlot van start. Het begon met een -- inmiddels voor mij vertrouwd -- potje verstoppertje/rondje leugens voor de ouders van mijn vriendin. Rond half één 's nachts kwam ik bij Dungs huis aan en om zeven uur 's ochtends stonden deze vriendelijke mensen al weer voor de deur. Ditmaal was hun komst gelukkig even van te voren aangekondigd, zodat wij ons konden voorbereiden. De oplossing: alle tassen en koffers bij de deur zetten, en beweren dat ik zojuist was gearriveerd. Ik had voor mijn gevoel nauwelijks geslapen, dus een vermoeid gezicht opzetten (om ze te overtuigen dat ik net een lange reis achter de rug had) kostte me weinig moeite. Ondanks de gezelligheid aan de ontbijttafe.. eh ontbijt-vloerkleed, wilde ik toch liever snel een plekje voor mezelf vinden. Hoe eerder ik hier op eigen benen kon staan, hoe beter. Het eerste dat geregeld werd was eigen vervoer: de scooter van Dungs zwager. Hij had er op het moment twee, en dat was één meer dan hij tegelijkertijd rijden kan, dus tja. Er moest wel het een en ander aangepast worden (slot vervangen, remmen bijstellen, nieuwe spiegels erop zetten, nieuwe koplamp en sowieso een wasbeurt), maar verder was het een prima ding. Bovendien betaal ik er verder niets voor, wat op zich al reden genoeg is om niet te klagen.




Het vinden van een eigen adres ging al net zo vlot: na een paar dagen advertenties lezen, vond ik een mooi huis, zo'n 10 minuten lopen van mijn vriendin vandaan, waar twee andere buitenlanders een nieuwe huisgenoot zochten. Ik reageerde direct en mocht ook dezelfde week nog langskomen voor een 'interview'; geen gekke hospiteervragen, maar gewoon een gezellig gesprek. Dung en ik waren nog geen vijf minuten thuis of ik werd al teruggebeld. Als ik 'm nog wilde, was de kamer voor mij. Dat was op vrijdag. Maandag zette ik de eerste boeken in de kast.
Mijn kamer is heel wat kleiner dan de andere twee, maar ach, ik heb niet veel ruimte nodig. Het uitzicht is van een school tegenover (d.w.z. de betonnen muur ervan, die zo dichtbij is dat ik 'm aan zou kunnen raken), maar ach, er wordt daar Japanse les gegeven, dus dat is niet heel storend. De badkamer is een standaard Vietnamees geval: een losse douchekop hangt tussen de wc en de wasbak, maar ach, ik heb deze badkamer wel helemaal voor mezelf. Het internet is niet erg snel, maar a.. nee, sh*t. Internet heb ik hard nodig! Gelukkig hebben we al besloten dat we daar wat aan gaan doen. Een extra router en/of nieuwe provider zal hopelijk verbetering brengen. Verder is het huis prima. Mooi balkon op de 4e verdieping voor de zomerse avonden, en een goed uitgeruste tv kamer (grote tv, dvd-speler + veel films en series, games en het belangrijkste: een karaoke machine) voor alle andere. We hebben uiteraard een keuken die van alle gemakken is voorzien, en een zithoek in de hal die nooit gebruikt wordt. Ook fijn: de schoonmaakster. Drie keer per week komt er iemand langs die de was doet, strijkt, afwast en de vloeren dweilt.


Het huis aan de buitenkant (eerste links) en aan de binnenkant

Het vinden van ingrediënt 3 uit de titel van dit stuk - werk - was ook geen probleem. Toen ik een huis vond binnen een week en daar 750 USD voor moest overhandigen (huur wordt hier per 3 maanden betaalt) raakte ik even in paniek, maar gelukkig had ik een week later al een baan bij twee scholen. Hoe? Dankzij de juiste connecties natuurlijk! Dung kende iemand op de Nationale Universiteit (departement van Talen en Internationale Studies) die een goed woordje voor mij heeft gedaan bij de vice-president, die mij vervolgens een baan als docent Engels aanbood. Daarnaast runt onze contactpersoon zelf ook een talenschool waar ze mij meteen ook een baan aanbood. Beide kansen heb ik met beide handen aangepakt. De universiteit ligt op slechts 10min rijden van mijn huis, en ik kon er per direct voor 19 uur per week aan de slag. Het salaris is wel wat laag, zeker vergeleken met de privé school die het bijna het dubbele betaalt, maar het is toch nog bijna het dubbele van wat een Vietnamese docent krijgt - voor exact hetzelfde werk. Enige minpuntje aan het werk op de andere school is dat het een beetje ver is, en het verkeer in Hanoi absolute hel is rond spitsuren. Over alle frustratie, angst en woede daaromtrend schrijf ik later nog wel een tergend lang stuk. [UPDATE: dit staat nu hier online]


Gebouw B3 (links) en A2 (rechts), waar ik lesgeef.

Goed, en wat is er verder nog gebeurd in oktober? vraag je je misschien (niet) af. Dat zal ik je vertellen. De dag na mijn aankomst in Hanoi was het "Vietnamese Vrouwendag". Er bestaat al een Internationale Vrouwendag, maar in Vietnam vond men dat de Vrouw nog een extra dagje aandacht verdient. Dit betekende in mijn geval dat ik naar een 'muziekgelegenheid' (Hanoi Rock City is moeilijk te labelen; niet echt een dansclub, maar ook geen bar) ging waar ze speciaal voor de gelegenheid de rode loper hadden uitgerold. Eerste drankje was gratis, dresscode was semi-formeel, dames en heren hadden ieder hun eigen ingang. Dit omdat de dames er een beetje make-up kregen en een professionele fotoshoot - van 1 foto, welke op een groot scherm vertoond werd in het buitengedeelte - en de heren een klein bosje bloemen om aan hun favoriete dame van de avond te geven. De muziek was top daar, eventjes voelde het weer alsof ik in de Next stond. Waarmee ik bedoel; het was een heel klein zaaltje, waar 1 DJ enthousiast stond te draaien en slechts 2 mensen op de dansvloer stonden. Ik had graag het feest doorgezet, maar jammer genoeg wilde het gezelschap waar ik mee was gekomen al na vijf minuten weer naar huis... het zijn niet echt Bunzingen.

Wel een hele bekende wandschildering bij HRC

Daaropvolgende dagen ben ik op familiebezoekjes geweest, heb ik een prettig weerzien gehad met enkele vrienden uit Japan, en ben ik verschillende keren naar de bioscoop geweest. Ik was van plan daar zo regelmatig heen te gaan dat ik maar meteen een klantenkaart heb aangemaakt. Standaard 5% korting, na 10 stempels (filmkaartjes kopen, 1 stempel per bezoek) wordt dit opgewaardeerd tot 10%. Nu (3 maanden later) nog steeds maar 4 stempels op staan...

Tot slot ben ik die maand naar de eerste in een hele reeks van bruiloften geweest. Wanneer je in Vietnam klaar bent met je studie, is het redelijk gebruikelijk dat je gaat trouwen. Vele oud-klasgenoten en vriend(inn)en van mijn vriendin hebben nu een partner gevonden, en zodoende ben ik in de afgelopen 2 maanden te gast geweest bij maar liefst 7 recepties. De herfst is schijnbaar een populair seizoen hiervoor. Deze feesten zijn veelal een enorme geldsmijterij met honderden genodigden, veel meer eten dan tweemaal het aantal gasten op zou kunnen eten, wat vuurwerk en slide-show presentaties van huwelijksfoto's op grote schermen. Persoonlijk vind ik het allemaal nogal overdreven, maar dat laat niet weg dat het eten overheerlijk is. Op een enkele bonkende hoofdpijn na - wellicht een gevolg van de combi alcohol + overmatig gebruik van MSG in de keuken - beleef ik daar doorgaans het meeste plezier aan op bruiloften.



...word vervolgd...